Midori: Bloch: Vioolsonate nr. 2 Poème mystique; Janáček: Vioolsonate JW. VII/7; Shostakovitch: Vioolsonate op. 134. Met Ozgür Aydin. Onyx ONYX 4084 (66’55”). 2012
Voor haar debuut cd op Onyx wijdt Midori Goto zich aan een drietal twintigste eeuwse sonates die als een vage gemeenschappelijke noemer iets van de voorvoelde angst hebben die Bernstein in zijn Age of anxiety beleed.
Vooral de onbekende, nog neoromantische sonate van Bloch uit 1924 is welkom. Wat de sonate van Shostakovitch betreft blijven nog steeds David Oistrakh en Sviatoslav Richter voor wie het stuk in 1968 werd geschreven het ijkpunt (Melodiya 74321-34182-2, Chant du monde LDC 2781018/19).
Maar op zichzelf bewijzen Midori en Aydin veel eer. Wel legt de violiste nogal het accent op klankschoonheid waardoor de urgentie van de muziek wat weinig naar voren komt. Het groteske van Janáček komt minder aan bod dan bij Kremer en Argerich (DG 427.351-2) en het pessimisme van Shostakovitch krijgt eerder een donkergrijs dan een gitzwart aanzien zoals bij Oistrakh/Richter.
Maar op zichzelf beschouwd gaat het hier om een in vrijwel alle opzichten fraai gerealiseerd, door de WDR keurig vastgelegd recital.