Corelli’s Band. Mossi: Sonate da camera in d op. 1/1. G op. 1/3 en e op. 6/9; Carbonelli: Sonate da camera nr. 9 in e en 10 in g; Corelli: Vioolsonate in C op. 5/3. Augusta McKay Lodge (v), Doug Balliett (violone), Ezra Seltzern (vc), Adam Cockerham (theorbe, barokgitaar) en Elliot igg (kl). Naxos 8.574239 (65’21”). 2020
Het moet voor tijdgenoten en de musici van de generatie na hem hee l inspirerend en aantrekkelijk zijn geweest om in de voetsporen van Arcangelo Corelli te treden. ie dat goed deed, was van succes verzekerd. Dat is dan ook precies wat Giovanni Mossi (ca. 1680 - 1742) die tot de ‘Romeinse school’ behoorde enigszins vernieuwend deed in zijn twaalf Sonate per violino, violone o clavicembalo uit 1716 en de in Livorno geboren en in Londen overleden reislustiger Giovanni Stefano Carbonelli (1694 - 1772) die ook in Rusland was eveneens. Alleen wel met enigszins verschillende uitkomst. Mossi streefde naar vergelijkbare structuren en eenzelfde soort dramatische expressie, terwijl Carbonelli ook wat leentjebuur speelde bij Vivaldi waardoor zijn werken aan de ene kant wat gladder en eleganter klinken en aan de andere kant gedurfder met een grotere drang naar virtuositeit, wilde overgave en daarnaast glimlachende charme.
Met haar mooiklinkende barokviool weet Augusta McKay Lodge alle mogelijkheden van deze muziek mooi uit te buiten en ze bovendien te voorzien van fraai krullende improvisaties. Ze wordt begeleid zoals het hoort. Om hun voorbeeld te beoordelen, is tot slot een Sonate van Corelli opgenomen.
Van de Sonates op. 1 nr. 1, 2, 5, 9, 10 en 12 van Mossi bestaat - als alternatief of aanvulling - een opname van Leila Schayech (v), Ilze Grudule en Jörg Halbek (kl) (Pan Classics PC 10212). Bojan Cicic en het Illyria consort namen Carbonelli’s Vioolsonates nr. 7-12 samen met het Vioolconcert in Bes RV. 366 ‘Il Carbonelli’ van Vivaldi op (Delphian DCD 3421).