CD Verzamelprogramma's

MARTZY, JOHANNA: WERKEN VAN DVORAK, MOZART, BEETHOVEN, RAVEL E.A.

Johanna Martzy: Dvorak: Vioolconcert in a op. 53 met het RIAS Symfonie orkest o.l.v. Ferenc Fricsay; Mozart: Vioolconcert nr. 4 in D KV. 218 met het Kamerorkest van de Beierse omroep o.l.v. Eugen Jochum; Vioolsonate nr. 24 in F KV. 376; Beethoven: Vioolsonate nr. 8 in G op. 30/3; Ravel: Berceuse sur le nom de Gabriel Fauré; Pièce en forme de habanera; Milhaud: ‘Ipanema’ uit Saudades do Brasil; Falla: ‘Danse espagnole’ uit La vida breve (bew. Kreisler); Szymanowski: Notturno en Tarantella op. 28. Met Jean Antonietti (piano).
Michael Mann: Krenek: Alvioolsonate; Honegger: Altvioolsonate; Milhaud: Quatre visages. Met Yaltah Menuhin c.q. Dika Newlin. DG 484.3299 (2 cd’s, 2u., 24’14”). 1951/5
 
Dierbare herinneringen. De in 1924 in het Roemeense Temesvár geboren Hongaarse violiste Johanna Martzy (1924 - 1979) die als achtjarige al aan de Lisztacademie in Boedapest bij Jenö Hubay studeerde, op haar zestiende het Rémenyi- en Hubay concours plus, belangrijker nog het concours in Genève (1947) won. Na de Duitse bezetting van Hongarije vestigde ze zich in 1946 met haar man Béla Czillary in Zwitserland.
Martzy was een soort geheimzinnige violistische jeugdliefde van me. Ze had charisma en gold als vrij eigenzinnig. Die geheimzinnigheid sproot verder voort uit het feit dat ik haar voornamelijk via radio-uitzendingen hoorde en maar één keer echt in het Concertgebouw. Ik kende een paar van haar eerdere DG 78t. platen, maar in 1955 toen ik me beroepsmatig met muziekconserven ging bezighouden, verscheen de bulk van haar Engelse Columbia lp’s. Bewonderend verslond ik die en een paar decennia later vond ik dus al dat Bach-, Beethoven-, Brahms-, Mendelssohn- Schubertmoois terug in Japan. Dat ze met EMI brak, is volgens een gerucht te wijten aan seksuele intimidatie van producent Walter Legge.
was een soort geheimzinnige violistische jeugdliefde. Ze had charisma en gold als vrij eigenzinnig. Die geheimzinnigheid sproot verder voort uit het feit dat ik haar voornamelijk via radio-uitzendingen hoorde en maar één keer echt in het Concertgebouw. Ik kende een paar van haar eerdere DG 78t. platen, maar in 1955 toen ik me beroepsmatig met muziekconserven ging bezighouden, verscheen de bulk van haar Engelse Columbia lp’s. Bewonderend verslond ik die en een paar decennia later vond ik dus al dat Bach-, Beethoven-, Brahms-, Mendelssohn- Schubertmoois terug in Japan. Dat ze met EMI brak, is volgens een gerucht te wijten aan seksuele intimidatie van producent Walter Legge. Veel had de violiste te danken aan de in 1915 geboren Nederlandse pianist Jean Antonietti die zelf in 1934 bij het Residentie orkest was gedebuteerd, maar die vooral als eminent begeleider van onder meer Suzanne Danco, Elisabeth Schwarzkopf, Henryk Szeryng en Pierre Fournier gold. Zijn samenwerking met Martzy was optimaal. Dat Antonietti in 1945 in dienst van de omroep kwam als een soort vaste begeleider en bovendien in 1949 hoofd van de VARA muziekafdeling werd, opende de weg voor radio optredens en de Nederlandse concertpodia. Het was het begin van een twintigjarige samenwerking na een optreden in de kleine zaal van het Concertgebouw. 
Op 4 oktober 1948 maakte Martzy voor het eerst buiten Zwitserland haar Nederlandse debuut met het Vioolconcert van Tchaikovsky bij het Residentie orkest onder Albert van Raalte. Als 18-jarig meisje had ze in 1943 met datzelfde werk haar eerste grote optreden in Boedapest. Dirigent bij die gelegenheid was Willem Mengelberg. In 1952 trad ze in Berlijn op, waar meteen platen van haar werden gemaakt; in 1954 gaf ze tijdens het Holland Festival een uitvoering van het Vioolconcert van Mendelssohn met Otto Klemperer. 
In 1957 was nog een sensationeel optreden in New York, gevolgd door een Amerikaanse tournee en in datzelfde jaar trad ze op tijdens de Londense Proms. Na de dood van Czillery in 1960 trouwde Martzy met de zakenman/amateurviolist Daniel Tschudi die een in het bezit was van enige kostbare violen, o.a. een Guarneri en een Bergonzi. Op die Bergonzi uit 1733 heeft ze nog gespeeld ter vervanging van haar Tonino. 
In 1967 vond in Berlijn een laatste grootschalig optreden van de geleidelijk in vergetelheid geraakte violiste die zich nog uitsluitend op kamermuziek had toegelegd plaats. Daarna werd het stil rond Martzy. In 1979 overleed ze aan kanker in een ziekenhuis te Zürich.
Bij DG had men de goede gedachte om niet alleen alle vroegere eigen opnamen van de violiste in de serie Eloquence uit te brengen, maar ook een paar van EMI waarvan de rechten waren vervallen. Een zegen voor de nu veelal oudere muziekliefhebbers die haar nog hebben gehoord en meegemaakt en een bron van waardering voor degenen die dit alsnog willen doen.
Helemaal volledig is de heruitgave niet, want er bestaan ook nog lp opnamen van het Vioolconcert van Brahms en de beide Vioolromances van Beethoven met het Philharmonia orkest o.l.v. Paul Kletzki uit 1954 (Columbia CX 1165) en van Mozarts Vioolconcert nr. 3 en het Vioolconcert van Mendelssohn met Wolfgang Sawallisch (Angel LEXC 1013).
De tweede cd is aangevuld met opnamen van de altviolist Michael Mann (1919 - 1976), een zoon van Thomas Mann. Hij speelde in het San Francisco Symfonie orkest en doceerde Duitse literatuur aan de Berkeley universiteit in Californië.