Corina Marti: I dilettosi fiori. Firenze: ‘Era Venus al termin del suo giorno’, ‘Per non far liet’alcun’; Anon.: ‘Aquila altera’; ‘Indescort’, ‘Zonder titel’, ‘Ghaetta’, ’Non na elso amante’, ‘Saltarello’, La dolçe sere’, ‘Un fior gentil’, ‘Chominciamento di gioia’, ‘Rosetta’, ‘Ave maris stella’, ‘zonder titel’, ‘In perial sedendo’, ‘Che penza questa’, ‘Saltarello’; Machaut: ‘Quant je suis mis au retour’ V. 13, ‘Puis que ma douleur agree’ V. 7, Corina Marti. Ramée RAM 1108 (69’24”). 2011
Corina Marti: Keynotes, early European keyboard music, Anon.: ‘Descendit de celis’. ‘Danse real’, ’Domino’, ‘Cunctipotens genitor Deus’, ‘Ave Maris stella,
‘Kyrie Angelicum’, ‘Redeuntes in mi’, ‘Mit ganczem Willen wünsch ich dir’, ‘Humble pitié’, ‘Praeambulum super d a f et g’, ‘Een stukje zonder titel’, ‘Benediciamus Domino’, ‘Amen’, ‘Cantano gl’angiolieti Sanctus’, ‘Benedicamus: Sane per omnia’, ‘Benedicamus’, De Vitry: ‘Tribum quem non abhoruit’, ‘Benediciamus Domino’. Tassin/Marti: ‘Chose Tassin’, Henricus Hessman de Argentorato: ’Stella pia’, Molins’, ‘Molendium de Paris’, Bologna: ‘Io me sons uno che per la frasche’, Firenze: ‘Deh come dolcemente m’abbracciava’, ‘Per larghi prati e per gran boschi folti’; Landini: ‘Se la vista soave’, Ramée RAM 1916 (65’). 2020
De Zwitserse Corina Marti is een veelzijdige musicienne die even mooi blokfluit, klavecimbel, orgel en daaraan verwante instrumenten bespeelt. Op dit tweetal cd’s horen we haar als toetseniste en fluitiste. Behalve opnamen met het ensemble La morra (o.a. met muziek van Nicolas Merques, Jo Hesdimais, Johannes Ciconia, Antoine Brumel, Joan Ambrosio Dalza, Guillaume Dufay, Gilles Binchois, Jean Delahaye, Karel de Stoute, Johannes Ockeghem, Francisco de la Torre, Pierre de la Rue, Jacob Obrecht, Josquin Desprez, Johannes Fuchswild e.a. is er nog een solo cd van haar: ‘Quando cala la notte’ (Carpe Diem CD 16308) uit 2015.
Hier gaat het om uitgaven waarmee ze zich richt op muziek (meestal van anonieme) componisten uit de Renaissance die voorafgingen aan de beroemder toondichters uit de barokperiode. Paolo da Firenze leefde van ca. 1535 tot 1436, Guillaume Machaut van ca. 1300 tot 1377, Philippe de Vitry van 1291 - 1361, Tassin van ca. 1605- 1660, Henricus Hessman de Argentorato eind veertiende./begin vijftiende eeuw, Bartolomeo da Bologna van ca. 1405 - 1427, Francesco Landini van ca. 1325 - 1397 en de instrumentbouwer Pascal Tassin van1723- 1793). Marti geeft op deze uitgaven niet alleen eengoed inzicht in de oudste klaviermuziek, maar ook een goed idee van de betreffende componisten. Wat hadden we graag meer gehoord over die anonimi!
Extra interessant is dat ze daarvoor een heel stel verschillende toetsinstrumenten dat tegenwoordig onbekend is en mogelijk uit verzamelingen of musea komt gebruikt: een clavisimbalum (vroege klavecimbelvorm) met metalen snaren. een staand claviciterium met darmsnaren, twee organetti (orgelportatieven) van verschillende grootte en het kerkorgel uit Altenbruch in Noord Duitsland met oorspronkelijke pijpen uit de vijftiende eeuw.
Alles is gedaan om voor authenticiteit te zorgen en de resultaten klinken bijzonder en heel treffend, juist ook door hun afwisseling en veelkleurigheid.