Angélique Mauillon: Je m’abandonne à vous: ‘Airs sur des poésies de la comtesse De la Suze’. Le Camus: ‘Je m’abandonne à vous, amoureux souvenir’. ‘Ah! Fuyons ce dangereux séjour’, ‘Délices des étés, frais et sombres bocages’, ‘Bois écartés, demeures sombres’, ‘Vous ne m’attirez point par vos attraits charmants’; ‘Laissez durer la nuit’, ‘Il n’est rien dans la vie’, ‘Je sens au coeur un nouveau trouble’, ‘Une berger plus beau que le jour’, ‘Forêts solitaires’; Anon.: ‘Sans amour et sans tendresse’, ‘Vous ne m’attirez point par vos attraits charmants’, ‘Doux printemps’; Campion: ‘J’ai juré mille fois de ne jamais aimer’, ‘Ah! Qui peut tranquillement attendre’, ‘Qui’il est propre à se faire aimer’; Dufaut: ‘Suite en la’; de Machy: ‘Prelude for viol’, ‘Gavotte’; De Bacily: ‘Qu’il est propre à faire aimer’, ‘Je fuyais sous ces verts ombrages’, ‘J’ai voulu suivre une autre loi’, ‘Dans ce bocage, où bille une jeune vendure’ ‘Sous ces ombrages verts, un amant le plus tendre’, ‘Savourons à longs traits cet excellent muscat’, ‘Étoiles d’une nuit plus belle que le jour’; Lambert: ‘J’ai juré mille fois de ne jamais aimer’, ‘Laisse-moy soupirer importune raison’, ‘J’aime, je suis aimé’; Marais: ‘’Prélude nr. 355 en sol’ uit Pièces de viole 1; Du Mont: ‘Laisse-moi soupirer, importune raison’’ Monsieur Royer: ‘Étoiles d’une nuit plus belle que le jour’; Sainte Colombe: ‘Chaconne’ uit Suite voor viol in d; d’Ambruys: ‘Le douce silence de nos bois’; De la Borde: ‘Laissez durer la nuit, impatiente Aurore’; Weckerlin: ‘Sans amour et sans tendresse’. Met Céline Scheen (s), Antonin Rondepierre (t), Marc Mauillon (b). Alice Piérot (v) en Myriam Rignol (viol). Harmonia Mundi HMM 90.2674/5 (2 cd ’s, 1u. 50’00”). 2020
De eerste vraag die je stelt bij een uitgave als deze is: Wie was de comtesse De la Suze? Welnu: Henriëtte de Coligny de La Suze (1618 - 1673) was een Franse schrijfster die in 1666 een bundel met 21 gedichten onder de titel ‘Poésies de Madame la Comtesse de la Suze’ publiceerde en later nog eens 95 in ‘L’amour raisonnable’ en later nog eens 95 in ‘L’amour raisonnable’. Dat is het materiaal waaruit haar land- en tijdgenoten Sébastien le Camus (1610 - 1677), François Campion (1685 - 1747), Sieur de Machy (1600 - 1692), Bertrand de Bacily (1621 - 1690), Michel Lambert (1610 - 1696), Henry du Mont (1610 - 1684). Monsieur Royer, Honoré d’Ambruys 1660 - 1685)/Robert Cambert (1627 - 1677), Jean-Benjamin de la Borde (1734 - 1794) en de geruime tijd later levende Jean-Baptiste Weckerlin (1821 - 1910) dankbaar putten voor hun liefdesliederen en anti-liefdesliederen.
In dit recital, waarin harpiste Angélique Mauillon en haar vermoedelijke broer, bariton Marc Mauillon de hoofdrol spelen, is daaruit een keuze gemaakt, waarbij sommige teksten soms meermalen door verschillende componisten zijn gebruikt. Voor verdere afwisseling is gezorgd door wat instrumentale tussenspelen van François Dufaut (1604 - 1680), Sieur de Machy, Marin Marais (1656 - 1728) en Jean de Sainte Colombe (1640 - 1701).
Twee dingen vallen op: hoe ver de Franse liedkunst in de zeventiende eeuw al was ontwikkeld en de aan een harp overgelaten begeleiding. Het doet de gezongen teksten veel goed door de zangerige, vriendelijke klanken van dit instrument.
Voor wie de beide Mauillons al eens heeft gehoord in hun Machautprogramma ‘Mon chant vous envoy: virelais, ballades et rondeaux’ (Eloquentia EL 1342) en in ‘Li due Orfei’ (Arcana A 393) zal het nauwelijks als een verrassing komen dat ze ook hier een puik, heel stijlvol programma leveren. We mogen dankbaar zijn dat ook de andere zangers en instrumentalisten prestaties op hetzelfde hoge niveau leveren.