Het Di Martinelli manscript. Pez: Vioolsonate nr. 30 in g; Cailò: Vioolsonate nr. 3 in A; Weissenburg: Vioolsonate nr. 21 in d; Albicastro: Vioolsonate nr. 21 in d; Schmelzer: Vioolsonate nr. 20 in b; Lonati: Vioolsonate nr. 8 in g; Cappellini: Vioolsonate nr. 24 in B ; Goor: Vioolsonate nr. 10 in F; Petersen: Vioolsonate nr. 1 in D ’Speelstuk’. Eva Saladin (v), Johannes Keller (kl), Sebastian Wienand (kl) en Daniel Rosin (vc). Glossa GCD 922521 (69’07”). 2020 

 

Het zogenaamde Di Martinelli manuscript bevindt zich in de bibliotheek van Leuven. Het bevat in totaal 65 manuscripten en 32 drukken, inclusief een opmerkelijk manuscript met 32 laat zeventiende vioolsonates. Daaruit werd een keus gemaakt voor deze opname.

Daarbij gaat het om Vlaams-Nederlandse componisten als David Petersen (ca. 1651 - 1737) en N. Goor (?), Zuid-Duits en Habsburgse collega’s uit Zuid Duitsland zoals Henrico Albicastro (ca. 1660 - 1730), Schmelzer (ca. 1620 - 1680), Johann Christoph Pez (1664 - 1716), Johann Heinrich von Weissenburg (ca. 1660 - ca. 1730), Wentzely (?), Gottfried Finger (ca. 1660 - 1730) en abusievelijk Biber en diverse Italiaanse componisten als Gian Carlo Gallò (1659 - 1722), Carlo Ambroglio Lonati (1645 - 1715) en Pietro Paolo Capellini (?).

Alle musici op deze opname doorliepen de Schola Cantorum Basiliensis en zijn dus goed getraind in het uitvoeren van ‘oude muziek’. De Zwitsers/Nederlandse Eva Saladin neemt een prominente rol in onder de barokviolisten en op deze uitgave. Die heeft als bijzonderheid dat voor de basso continuo twee klavecimbels worden gebruikt wat in harmonisch opzicht en in zoverre het versieringen betreft van duidelijk voordeel is. Niets dan lof voor verklankingen van dit formaat en deze muzikale kwaliteiten.