CD Verzamelprogramma's

MICHELANGELI, ARTURO BENEDETTI: OMNIBUS

Michelangeli, Arturo Benedetti. Mozart: Pianoconcert nr. 15 in Bes KV 450; Pianokwartet in Es KV 493 Met resp. het Zürichs kamerorkest o.l.v. Edmond de Stoutz en Jean-Pierre Wallez, Claude-Henry Joubert en Frank Dariel. Aura 220-2 (64’12”).

Chopin: Scherzo nr. 2 in Bes op. 31; Ballade nr. 1 in g op. 23; Andante spianato et Grande polonaise brillante in Es op. 22; Berceuse in Des op. 57; Pianosonate nr. 2 in bes op. 35; Mazurka in fis op. 59/3; Wals in Es op. Posth. Aura 221-2 (76’48”). 1985/1962/1968/1967

Schumann: Carnaval op. 9; Faschingsschwank aus Wien op. 26. Aura 222-2 (57’45”). 1968, 1973

Beethoven: Pianosonates nr. 11 in Bes op. 22, 12 in As op. 26 en 32 in c op. 111. Aura 222-2 (72’05”). 1981, 1990

Brahms: 4 Ballades op. 10; Paganinivariaties op. 35; Aura 223-2 (46’56”). 1973

Debussy: Children’s corner; Images I en II; Gedeelten uit Préludes I. Aura 224-2 (77’24”). 1968, 1987, 1977

Bach/Busoni: Chaconne uit Partita nr. 2 in d BWV 1004; Italiaans concert BWV 971; D. Scarlatti: Pianosonates K. 9, 11, 27, 29, 96 ,159 en 322; Galuppi: Presto in Bes; Pianosonate nr. 5. Aura 225-2 (70’54”). 1973, 1943,, 1941, 1952, 1969 en 1962

Chopin: Scherzo nr. 1 in b op. 20; Fantaisie in f op. 49; Walsen in a op. 34/2, As op. 34/1, As op. 69/1; Mazurka’s in  a op 68/2, f op. 69/4, As op. 41/4, gis op. 33/1, Des op. 30/2, g op. 67/2 en b op. 33/4. Aura 226-2 (70’36”). 1990, 1985, 1988, 1962 en 1967

Schumann: Pianoconcert in a op. 54; Liszt: Totentanz S. 126; Beethoven: ‘Gloria’ uit Missa solemnis op. 123. Met koor en orkest van de Romeinse omroep o.l.v. Gianandrea Gavazzeni met Dora Carrai, Anna Maria Casoni, Agostino Lazzari en Ferruccio Mazzoli. Aura 227-2 (63’56”). 1962

Schumann: Pianoconcert in a op. 54; Franck: Variations symphoniques; Grieg: Pianoconcert in a op. 16. Met respectievelijk het New York filharmonisch orkest o.l.v. Dimitri Mitropoulos, het Los Angeles filharmonisch orkest o.l.v. Alfred Wallenstein en het Scala orkest, Milaan o.l.v. Alceo Galliera. Aura 228-2 (74’51”). 1948, 1949, 1942.

 

Verwoede en perfectionistische Michelangeliverzamelaars zullen al dit materiaal al wel in hun verzameling hebben, hoewel ik bijvoorbeeld als steekproef in de gauwigheid geen eerdere uitgave van Mozarts tweede pianokwartet en Francks Variations symphoniques kon vinden. Bedrieglijk is ook dat de Italiaanse pianist sommige werken bij herhaling opnam. Gelukkig zijn op de tien plaatjes wel duidelijk titel, speelduur en opnamedatum vermeld, maar verder ontbreekt het totaal aan alle informatie: geen woord over de pianist, niets over de gespeelde werken: erg pover, zelfs voor een goedkope heruitgave van meest radio-opnamen. Zelfs het bestelnummer is onduidelijk. Aura bracht trouwens al eerder een doos met 7 cd’s (Aura 2002) op de markt met Michelangeli moois, daaronder ook het Concert in het Vaticaan uit 1962 met als verdwaald item het ‘Gloria’ uit Beethovens Missa solemnis.

Hoe dan ook: hier is ruim elf uur van Michelangeli’s kunst bijeen in zo goed mogelijk geconserveerde en mogelijk gerestaureerde vorm. Materiaal dat gedeeltelijk al in verkavelde of herverkavelde vorm beschikbaar was op ‘officiële’ labels als Decca, DG, EMI, Philips en Warner werd aangevuld met ‘onofficieel’ moois op Aura, BBC Legends,  Memoir Classics, Music & Arts, Pearl, Praga, Simax en Testament. Philips wijdde enige jaren geleden een dubbel cd aan hem in de serie ‘Great pianists of the 20th century (456.904-2) en eigenlijk alle materiaal wel uitgemolken en gerecycled. Uitzoekerij genoeg voor de fanaat.

Waar het echter vooral om gaat, is dat hier een prachtige dwarsdoorsnee wordt gegeven van Michelangeli’s pianistiek. Een hypnotischer, raadselachtiger en dwingender pianist was er nauwelijks de afgelopen eeuw. Zijn psychologische complexiteit is haast maat na maat waarneembaar en in een flits kon hij veranderen van een kille, berekende en intimiderend koele perfectie in de romantisch flakkerende romantische vrijheid van een vrijgeest. Maar hij was bovenal een onverwisselbare meesterpianist. Dat dit een tweesnijdend zwaard is, maakt deel uit van de geheimzinnigheid en de fascinatie die zijn vertolkingen veroorzaakten. Maar bovenal is dit het spel van een grootmeester en men hoeft geen insider te zijn om zijn spel snel te herkennen.

Juist dat nu is een tweesnijdend zwaard als deel van het mysterie rond de kunstenaar. Nu eens fascineert deze pianist met nieuwe, boeiende vergezichten en onthullingen, dan weer lijkt zijn spel terloops, neutraal, haast ongeïnteresseerd. Soms is zijn voordracht fascinerend, dan weer heeft het een gevriesdroogd karakter. Die kille, afstandelijke en hoogst geëngageerde momenten wisselen elkaar zelfs binnen één werk als Schumanns Carnaval af. Onbetwist is en blijft echter ’s pianisten enorme virtuositeit want op het punt van heel consistente technische volmaaktheid was Michelangeli eigenlijk uniek. Jammer dat hij alleen als de muziek een echte gevoelige snaar in hem raakte ook een waarachtige, volmaakte pianist was die compleet alle wensen in vervulling liet gaan.

Logisch dat de opnamekwaliteit bij dit in de periode 1941 tot 1990 opgenomen materiaal sterk wisselend is. De ware raison d’être van een uitgave als deze is dat de pianist momenten van teleurstelling royaal compenseert met vlagen van bijzonder persoonlijk inzicht en dan alle kritiek ontwapent: dan is hij echt heel groot(s) en zorgt voor onvergetelijke ervaringen.

En toch: soms lijkt het om herhalingen te gaan, maar blijkt bij nadere beschouwing toch wat nieuws te zijn ontdekt: dat gaat dan meestal om opnamen uit ’s pianisten laatste jaren. Hoe dat ook zij, wie niet reeds was voorzien van een behoorlijke dosis aan deze bijzondere pianist gewijde opnamen krijgt met deze anthologie in één keer de beschikking over de essentie van zijn opnamen. Ze klinken ongeschminkt, onbewerkt dus heel wisselend van kwaliteit, maar dat maakt ook deels de charme van deze bundeling uit.

Een zware onvoldoende echter voor het ontbreken van iedere vorm van nadere gegevens. Daarvoor dient men een goede biografie te raadplegen.

Logisch dat de opnamekwaliteit bij dit in de periode 1941 tot 1990 opgenomen materiaal sterk wisselend is. De ware raison d’être van een uitgave als deze is dat de pianist momenten van teleurstelling royaal compenseert met vlagen van bijzonder persoonlijk inzicht en dan alle kritiek ontwapent: dan is hij echt heel groot(s) en zorgt voor onvergetelijke ervaringen.