Igor Levit: Bach, J.S.: Goldbervariaties BWV 988; Beethoven: Diabellivariaties op. 120; Rzewski: The people united will never de defeated! Sony 888750-6096-2 (3 cd’s, 3u. 12’). 2015
Liefst 39 (en niet 36) variaties in lengte variërend van 25 seconden tot vijf minoten telt Rzewski’s The people united will never be defeated uit 1975. Daarmee transformeerde hij een opstandig Chileens strijdlied van Sergio Orgega ‘El pueblo unido jamas sera vencido!’ tot een soort Goldberg- en Diabellivariaties van de twintigste eeuw. Eerder namen onder anderen de componist zelf (Nonesuch 7559-79623-2, 7 cd’s), Marc-André Hamelin (Hyperion CDA 67077) en Ralph van Raat (Naxos 8.559360) daar een opname van.
Net als bij de experimentele Engelse jazzcomponist Cornelius Cardew gaat het hier om een werk in een vrij traditioneel idioom om geëngageerd politieke opvattingen te verkondigen, zoals hij deed in zijn We sing for the future. Het werk werd mede voor de Duitse pianiste Ursula Oppens geschreven. Ook zij maakte er een treffende, gepassioneerde opname van (Vanguard 08805671, Piano Classics PCL 0018).
De Amerikaanse componist/pianist Fredrick Rzwewski (1938) is een uitzonderlijke figuur die feitelijk altijd onder de radar van de gevestigde muzikale avant-garde bleef vliegen. Hij is ook lastig in een bepaalde categorie te plaatsen. Wie de moeite neemt om de genoemde opnamen te vergelijken, zal verrast constateren dat de componist de interpreet veel speelruimte laat om een persoonlijk evenwicht te vinden tussen de blijken van strikt technische vakkundigheid, emotioneel engagement en improvisatiekunst. Het mooie is dat Levit hier een briljant evenwicht heeft gevonden en dat er haast geen ander concept van dit werk mogelijk is.
Het is zelfs zo dat de beide andere variatiewerken enigszins naar de achtergrond verdwijnen, zo geconcentreerd, intens en adembenemend exact speelt hij Rzewski. Het lijkt wel of hij de mantel van Sviaslov Richter als artist heeft geërfd. Dat blijkt ook uit de Diabellivariaties (Richter speelde deze op Philips 422.416-2). Levit speelt ze alsof hij op een nieuwsgierige ontdekkingsreis is, spontaan, fris, maar ook heel weloverwogen. Hij is wel geneigd om snelle variaties wat extra vlot te spelen en hij graaft niet altijd diep onder het oppervlak, maar weet wel goed te differentiëren tussen het introverte en het extraverte, tussen komisch en serieus. Wie Anderszewski (Virgin 545.468-2), Schiff (ECM 2294/5) en Kovacevich (Onyx 4035) hiernaast legt, hoort hoe goed ook Levit is.
Naar verhouding klinken hierna de Goldbergvariaties nogal gewoontjes en routineus. Men kan Levit het beste vergelijken met Perahia (Sony 89243) en Schiff (ECM 472.185-2) om te horen dat die hier letterlijk meer te vertellen hebben.