Leonor de Lera: L’arte de diminuire. De Lera: ‘Descendi in hortum meum di Palestrina passeggiato’; Rognoni: Selva di varii passaggi ‘Vestiva i colli’ uit Selva di varii passaggi. Modo difficile per suonar alla basterda; Marini: ‘Romanesca per violino solo e basso se piace’ uit Arie, madrigali et corenti op. 3; De Lera: ‘Pulchra es amica mea di Palestrina’, ‘Diminuzioni sopra Usurpator tiranno di Giovanni Felice Sances’; Uccellini: ‘Aria decima quarta a doi violini sopra La mia pedrina; Dalla Casa: Petit jaquet da sonar con la viola bastarda; Kapsberger: ‘Partitas sur la Folia’ uit Libro d’involatura di chitarrone, band 1; Uccellini: ‘Aria quinta sopra La Bergamasca’ uit Sonate, arie e corenti band 3; Prada: ‘Io canterei d’amor di Cipriano per suonar alla bastarda’; Núñez: ‘O felici occhi miei di Arcadelt’; Selma y Salaverde: ‘Fantasia sobre Vestiva i colli passeggiata doi’ uit Canzoni fantasie et correnti band 4; Rossi: Sonata quinta sopra un Aria francese uit Varie sonate, sinfonie band 4; dalla Casa: ‘Petite fleur coincte’; De Lera: ‘Tarantella del Gargano diminuita’. L’Estro d’Orfeo o.l.v. Leonor de Lera. Challenge CC 72843 (79’04”). 2019
Op Challenge CC 72760 had de Spaanse barokvioliste Leonor de Lera met het programma Altri canti damor: 17th century instrumental works in 2016 al een voorproefje gegeven van wat ze hier nader praktiseert want daarop speelde ze haar ‘Diminuzioni sopra il Lamento d’Apollo’.
De betekenis van diminueren is ‘verminderen’, ‘verkleinen’. In de muziek komt dat erop neer dat wordt begonnen met een melodie - bijvoorbeeld met de sopraanpartij uit een zeventiende eeuws madrigaal - en dat die melodie dan steeds verder wordt opgedeeld en in dat proces wordt versneld en virtuozer wordt gemaakt. Zo komen door het diminueren steeds nieuwe inventieve stukken en variaties tevoorschijn die ook veel van het improvisatievermogen van de vertolker vergen. Jordi Savall is daar heel goed in.
Aan de hand van 15 werken van Leonor de Lera zelf, van Francesco Rognoni Taeggio, Biagio Marini, Marco Uccellini, Girolamo dalla Casa, Giovanni Girolamo Kapsberger, Rodney Prada, Javier Núñez en Bartolomé de Selma y Salverde, Salamone Rossi beoefent Lenor de Lera dat met haar viool deze kunst.
Ze koos als uitgangspunt melodieën uit motetten, destijds brekende dansvormen (zoals het bekende La folia) en vroeger bekende melodieën. Een aparte plaats neemt de reeks soli van luitenist Kapsberger in.
Alles heel knap en erg mooiklinkend gedaan door haar, samen met Rodney Prada (vdg), Josep Maria Marti (theorbe, git) en Javier Núñez (kl, org).