Kopatchinskaja, Patricia: Rapsodia. Anon.: Ciocârlia; Doina et hora marita; Doina; Hora; Callusari 1-3; Enescu: ‘Ménétrier’ uit Impressions d’enfance op. 28; Vioolsonate nr. 3 in a op. 25 Dans la caractère populaire roumain; Ligeti: Duo voor 2 violen; Kurtág: Duo’s voor 2 violen op. 4 nr. 108; Dinicu: Hora Staccato; Ravel: Tzigane (bew.); Sánchez-Chiong: Ged. Crin. Met Viktor Kopatchinskaja (cimb), Martin Gjakonovski (cb), Mihaela Ursuleasa (p), Emilia Kopatchinskaja (v, va). Naïve V 5193 (75’06”). 2009
“Ieder mens heeft wel een plek waar hij of zij zich echt thuis voelt - in een land, een familie, of een muziekstijl”, schrijft de Moldavische violiste Patricia Kopatchinskaja in het cd-boekje. Al deze drie elementen combineert ze in deze cd uitgave waarmee ze meteen een intiem doorkijkje geeft in haar muzikale bakermat.
Want niet alleen speelt ze samen met vrienden als pianiste Mihaela Ursuleasa en jazzbassist Martin Gjakonovsky, maar ook met haar beide ouders Emilia Kopatchinskaja (viool) en Viktor Kopatchinskaja (cimbalom) komen uitgebreid aan bod.
In wisselende samenstellingen spelen ze een geraffineerd uitgekiend programma, waarbij de flinterdunne grens tussen traditionele – Moldavische – volksmuziek en kunstmuziek regelmatig wordt overschreden.
Zoals bijvoorbeeld in Enescu’s Vioolsonate nr.3 die bol staat van gestileerde Roemeense folklore of in de acht Duo’s van Kurtág (zijn enige werk met cimbalom) die in al hun abstractie refereren aan het wezen van de volksmuziek. Nog meer cimbalom horen we in het mooie arrangement van Ravels Tzigane dat daarmee opperbest het Hongarije van Ravels dromen in gedachten roept.
Alles, zeker ook de brokjes van de beroemde Anoniem, muziek die is doortrokken van bruisende energie en warmbloedige melancholie. Ook wij, in de Lage Landen, kunnen ons daar zeer wel in thuis voelen als alles zo geëngageerd wordt gespeeld.