CD Verzamelprogramma's

KOPATCHINSKAJA, PATRICIA: TAKE TWO

Patricia Kopachinskaja: Take Two. Sanchez-Chiong: ‘Overclockers 1-5’; Giuseppe e Giamberti: ‘Cu Cu’ uit Duo tessuti con diversi solfeggiamenti; Holliger: ‘Spring dance (unsteady)’ uit Concerto…? Certo! cOn soli pEr tutti; ‘Tröpfli-Musig’; ‘The little something’; Biber: ‘ Sonata representativa’ in A; ….. ; Dick: ‘Au contraire’ uit The grasshopper and the ant, entrée burleque; Anoniem: ‘Alleluia’; Cage: ‘ Melody no. 4, 1950’; Milhaud: ‘Jeu (vif)’ uit Suite voor viool, klarinet en piano op. 157b; Falla: ‘Jota’, ‘Nana’, ‘Polo’ uit Canciones populares españoles; Sotelo: ‘ Cuatro fragmentos de luz’; Gibbons; ‘Fantasy no. 4’; Machaut: ‘Biauté qui toutes autre pere (Balade 4)’; Vivier: ‘Pièce pour violon et clarinette’; Zykan: ‘Das mit der Stimme’; Martinů: ‘Allegretto with rests’; Bach: J.S.: ‘Chaconne’ uit Partita nr. 2 in d BWV 1004 (bew). Met Jorge Sánchez-Chiong (elektronia), Reto Bieri (kl, v, Matthias Würsch (slagw), Anthony Romaniuk (klavec), Laurence Dreyfus (gamba), Pablo Márquez (git), Ernesto Estrella (spr), Alice Fierz (spr). Alpha 211 (76’49”). 2015 

 

Alleen al het overzien van dit programma met ‘vioolduetten uit duizend jaar muziekgeschiedenis voor jonge mensen van 0 tot 100 jaar’ tart de verbeelding en dan hebben we het nog niet eens over de veelzijdigheid en vindingrijkheid om het bij elkaar te krijgen.

John Cage, ook vertegenwoordigd, beweerde ooit: “Beschouw alles als een experiment. Je hoeft niet naar het bos te gaan om iets meer dan bomen te zien, maar gewoon om te zien wat er allemaal is. Waar we ook zijn, wat we meestal horen, is lawaai. Wanneer we dat negeren, stoort ons dat. Wanneer we ernaar luisteren, vinden we het meestal fascinerend.”

Zijn de interpretaties van standaard repertoire door Kopatchinskaja vaak al gedurfd en schuwt ze uitersten niet, hier gaat ze in haar pogingen om de muziek voor de klassieke viool nader te onderzoeken en uit te buiten nog een stap verder. Ze neemt de luisteraar mee op een reis langs korte werken die sinds de elfde eeuw zijn geschreven en eindigt bij componisten van nu.

Ze omringde zich met een stel even belangstellende partners die ook het experiment niet schuwen: een klarinettist die ook ocarina speelt, een klavecinist die improviseert, een speelgoed piano, een man achter de knoppen van elektronica, steeds met als uitkomst een dialoog van vrienden.

Dochter Alice verhaalt in het tekstboekje over deze ‘vrije verbeelding zonder beperkingen of regels’ en fotograaf Marco Borggreve illustreert deze ‘Fantasie’ in de ware betekenis van het woord. Of de violiste ook hier blootvoets optreedt, is minder evident.