CD Verzamelprogramma's

KOTOVA, NINA: CELLOSONATES VAN RACHMANINOV, PROKOFIEV

Nina Kotova: Cellosonates. Rachmaninov Cellosonate in g op. 19; Prokofiev: Cellosonate in C op. 119; Tchaikovsky: Romance op. 51/5 (bew.); Méditation in D op. 72/5 (bew.). Met Fabio Bidini. Warner 9029-59246-0 (67’47”). 2014

 

Van een uit Rusland afkomstige celliste mag je aannemen dat ze deze werken van Rachmaninov en Prokofiev plus de toegiften van Tchaikovsky in haar genen heeft. Dat blijkt ook zo te zijn.

In Prokofievs hondsbrutale Cellosonate zit een pocherige praal die niet helemaal lijkt te kloppen. Na de brede zwaai aan het begin   borrelt een schalks wijsje op en lijkt het of de componist de luisteraar voor gek wegzet.

Het werk is een waar circus vol clownsstreken en vluchten van uiterste verbeeldingskracht met een haast overdreven triomfantelijke finale. Maar eigenlijk is het een wonder dat Prokofiev zo’n triomfantelijk werk kon schrijven want hij had weinig te vieren. Hij schreef het vier jaar voor zijn dood toen hij kwakkelde met zijn gezondheid en slachtoffer was van Stalins beruchte ‘rechtzaken’ vanwege zijn ‘formalistische’ muziek, die ongeschikt was voor de Sovjetmassa.

Deze sonate is het sarcastische antwoord op de autoriteiten: ‘Ik maak een suikerzoete komedie als jullie dat wensen en stop dat vol met met prachtige, aanstekelijke melodieën, maar ik voeg er ook een beetje vergif aan toe, dus pas op met inslikken.

Één keer laat hij zijn masker zakken in een schemerig tussenspel in de extroverte finale waar de tijd even lijkt stil te staan en de instrumenten een glimp van de afgrond opvangen. Prokofiev leidde de partituur in met een citaat van Gorky: “Man, dat heeft een trots geluid’, een uitspraak die letterlijk of ironisch kan worden opgevat. De sonate schreeuwt om een vol, resonant geluid  en Nina Kotova komt een eind om dat zelfverzekerd te produceren. Verder geeft ze een nogal elegante draai aan het werk, waardoor het karakter wat in het gedrang komt.

Rachmaninov krijgt over het geheel genomen een gevoelige, stijlvolle verklanking die wat aan de zakelijke kant blijft. De toegiften van Tchaikovsky lukten heel mooi sfeervol.

Vergelijkingen? Voor beide sonates Johannes Moser en Andrei Korobelnikov (Pentatone PTC 5186-594) die wat dieper lijken te graven, al is wat Kotova en Bidini laten horen op zichzelf beschouwd best de moeite waard. Wie verdere belangstelling voor de cellist heeft, moet zeker ook haar Solosuites van Bach  uit 2014 aanhoren (Warner 2564-639411.