CD Verzamelprogramma's

KROTENKO, GRIGORY: OP REIS MET GOLIATH, ACHTTIENDE EEUWSE CONTRABASCONCERTEN

Grigory Krotenko: Op reis met Goliath. In het voetspoor van Josef Kämpfer. Hoffmeister: Contrabasconcert in Es; Sperger: Sonate voor altviool en contrabas nr. 1 in D; Vanhal: Contrabasconcert in Es; Mozart: Per questq bella mano KV. 612 (bew.). Met Maria Krestinskaya (viola d’amore), Ilya Mazurov (b) en Barocco Concertato o.l.v. Maria Krestinskaya. Rubicon RCD 1023 (57’57”). 2016

 

Rond 1763 moet Haydn het eerste Contrabasconcert hebben geschreven, maar dat ik bij een brand verloren gegaan. Daarop volgden Dittersdorf met twee concerten, de hier vertegenwoordigde Franz Anton Hofmeister (1754-1812) met drie, Johann Baptist Vaňhal (1739-1813), Johann Matthias Sperger (1750-1812) met achttien. Verder had je in de achttiende eeuw nog Kozeluch, Capuzzi en Pichl (met 2 concerten).

De Hongaarse cavalerist Josef Kampfer (1735-1788) torste als autodidactische contrabassist zijn Goliath in een stevige kist overal mee in Oostenrijk en naar Duitsland, Frankrijk, Engeland en Rusland waar hij bekende componisten ontmoette. Zonder over een paard en die zware transportkist te beschikken treedt de Rus Grigory Krotenko in diens voetsporen. 

Kämpfer behoorde naast Pischelberger, Hindle en Sperger tot de beroemdste contrabassisten uit die tijd. In de volgende periode waren het Dragonetti en Bottesini die een grote reputatie hadden, maar gedurende de romantiek werd de contrabas niet geschikt geacht als concertant instrument. 

Pas in de twintigste eeuw werd het instrument weer solistisch ingezet, te beginnen door bassist/dirigent Serge Koussevitzy en vervolgens door Françaix, Menotti, Josephs, Rouse, Tubin, Skalkottas, Rota, Larsson, Henze, Schuller, Rautavaara en Aho. Zo bezien is er toch best een aardige hoeveelheid repertoire. 

Op deze cd bepaalt Krotenko zich tot de wat onbekende, schaduwrijke wereld van de achttiende eeuwse basliteratuur en hij doet dat met steeds zuivere toon en overtuigend met een behoorlijk stijlbesef dat wordt gevoed door het kleine barokensemble van Maria Krestinskaya die zelf ook de altvioolpartij speelt in het werk van Sperger.

Een aardige vondst is dat ook aandacht wordt geschonken aan Mozarts Per questa bella mano, oorspronkelijk een losse, aardig door Ilya Mazurov gezongen basaria met contrabas obligato uit 1791 die het in deze bewerking goed doet.