Alexei Kornienko: Bach, J.S.: Partita nr. 6 in e BWV. 830; Brahms: Intermezzi in b op. 119/1, E op. 115/4, a op. 76/7 en A op. 118/2; Beethoven: Pianosonate nr. 8 in c op. 13 Pathétique. TYX Art TXA 18118 (69’10”). 2018
Van de in 1954 in Moskou geboren, thans in Wenen wonende pianist en dirigent zijn aardig wat opnamen in omloop, de orkestrale met het Mahler kamerorkest, met Symfonie orkesten uit Moskou en Sofia, de meeste kamermuziale met violistes als Elena Denisova en Liana Issakadze en cellist Girori Alumian.
Maar op een cd solopopname was hij nog niet te betrappen, al circuleert op internet een Mondscheinsonate van hem. Die cd is er nu dus wel. Daarvoor koos Kornienko een aardig programma met een door hem stilistisch mooi ingeschatte laatste Partita van Bach met karakteristieke, mooi gefraseerde dansdelen. Voor de vier van de tien Intermezzi van Brahms grijpt hij dieper in de toetsen en maakt er meer dan licht vergankelijke tussenspelen van.
De sonate Pathétique was de belangrijkste uit zijn jonge jaren en zijn c-klein periode, een toonaard die heel geschikt is om eenzaamheid uit te drukken. Maar ook een werk dat om haast orkestrale sonoriteit vraagt. Kornienko levert daarvoor passend voor een vrij massieve toon en zorgt in het middendeel voor een gevoel van onderdrukking, zodat de finale als een verlossing komt. Boeiend recital, dat zeker en heel mooi van klank.