Kinsky trio: Tsjechische kamermuziek. Förster: Pianotrio nr. 2 in Bes op. 38; Novák: Pianotrio in d op.27 ‘Trio quasi una ballata’; Janaček: Sprookje; Fibich: Pianotrio in f. Praga PRD 250.80 (71’26”). 2010
Het Kinsky trio uit Praag maakte eerder opnamen van Russische Pianotrio’s van Rimsky-Korskakov en Arenski (Praga PRD 250-285) en van Martinů (Praga PRD 250-256), maar wijdt zich hier aan muziek van eigen bodem, namelijk van de romantici Josef Bohuslav Förster (1859 - 1951), Vitezlav Novák (1870 - 1949) en Zdenĕk Fibich (1850 -1900). Het gaat om werken die je zelden op het concertpodium hoort, dus is de cd een fijn substituut.
Het Pianotrio van Förster is een gracieus werk dat een vitaal eerste tweetal delen en een melancholieke finale bevat. Het wordt passend levendig c.q. heel gevoelig vol tere expressie en jeugdige oprechtheid gespeeld.
Het Pianotrio van Novák draagt de ondertitel quasi una ballata en is derhalve ééndelig, maar het is ook best veeleisend in zijn dramatische verloop. Er zijn ook duidelijke volksmuziekinvloeden. Het Kinsky trio legt terecht de nadruk op de dramatische tegenstellingen, maar laat ook het dichterlijk-epische karakter goed naar voren komen.
In het Sprookje van Janaček wordt de violist rust gegund om cello en piano aan het woord te laten. Aardig programma, heel goed uitgevoerd.