Anja Kreuzer: Time travels on flute. Ferroud: Stukken voor fluit nr. 1-3; Kuhlau: Divertimenti in G op. 68/1 en in cis op. 68/6, Grand solo nr. 1 in F op. 57; Telemann: Fantasie nr. 6 in d TWV. 40/7; Stamitz, A.: Capriccio nr. 2 in D; Karg-Elert: ‘Chaconne’ uit Capriccio’s Gradus ad parnassum, 30 Études op. 107; Bach, J.S.: Partita in a BWV. 1013. Relief CR 210315 (63’20”). 2018
Dat bij een solofluitrecital van de Zwitserse fluitiste die in 2017 het Kuhlau Fluitconcours won nadrukkelijk muziek van die naamgever opduikt, is logisch. Minder voor de hand is dat ze zich naast verder werk van de ‘usual suspects’ uit de barok Telemann en vader Bach ook wijdt aan onbekendere latere werken maakt haar recital belangrijk en interessant. Beginnend met de 3 Stukken - Bergère captive, Jade en Toan-Yan - uit 1922 van de Fransman Pierre-Octave Ferroud (1900 - 1936) die nog vrij jong omkwam bij een autoongeluk zorgt ze zelfs voor een welkome cd première.
Dat Sigfrid Karg Elert in 1919 een heel eigen stem liet horen met zijn dertig Caprices, blijkt al wanneer men er zoals hier slechts eentje hoort. Wie ze eens alle dertig wil ervaren, kan bij Thies Roorda (Naxos 8.573269/70) en Sara Ligas (Brilliant Classics 94976) terecht.
Het spel van Anja Kreuzer is technisch soeverein, steeds op een juiste manier stijlvol en heel beeldend. Ze speelde deze werken tijdens dat concours en het verwondert niet dat ze ermee won. Haar opleiding genoot ze voornamelijk aan de Londense Royal Academy of Music.