Ksenia Kouzmenko: Fenêtre sur le jardin: Tsjechische pianostukken. Suk: Liefdeslied op.7/1; Kvapil: Door de vallei van rouw en verdriet; Martinů: Fenêtre sur le jardin H. 270; Kabelác: Pianostukken op. 14 nr. 1-7; Janáček: In de mist JW. VIII/22. Cobra COBRA 0070 (61’43”). 2018

Dat iemand bij de samenstelling van een recital met werken voor solopiano nog zorgt voor twee cd premières, is bijzonder. Toch is dat wat Ksenia Kouzmenko doet met Door de vallei van rouw en verdriet van Jaroslav Kvapil (1892-1958) en de Korte stukken van Miloslav Kabeláč (1908-1961). Daarbij komt ze niet eens uit Tsjecho-Slowakije, maar uit Minsk in woont en werkt sinds 1995 in Nederland.

Begin 2019 treedt ze met dit programma, doorspekt met door haar partner Sevaas Jansen voorgedragen gedichten op verschillende plaatsen in Nederland op en het zal haar toehoorders deugd doen dat ze nu van deze muziek kunnen nagenieten.

Suks Liefdeslied en Janáčeks In de mist genieten natuurlijk de nodige bekendheid, maar in Kvapils Údolím stesku a žalum, dat bestaat uit negen deeltjes, wordt een fijnzinnige, prikkelende wereld met typische stemmingsstukken opgeroepen die de leerling van Janáček siert. De pianiste voelt dat in haar spel goed aan

Behalve als dirigent, componist en docent actief te zijn, hield Miloslav Kabelác zich bezig met elektronische en etnische muziek. In 2018 werd zijn honderdste verjaardag herdacht. Het is knap hoe hij in zijn Pianostukken precieus en subtiel met zijn materiaal omspringt. Ook hier schept de pianiste de juiste sfeer en het passende karakter.

Dat ze in de vertrouwder werken uitblinkt, zal hierna niet verwonderen, maar het zijn vooral de beide premières ie de uitgave belangrijk maken.