Maria Kliegel: Voyages sonores. Connesson: Les chants de l’Agartha nr. 1-3; Poulenc: Cellosonate FP. 143; Debussy: Intermezzo in c; Scherzo in C; Falla: Suite populaire espagnole (bew.); ‘Danza primera’ uit La vida breve (bew.); Granados: ‘Intermezzo’ uit Goyescas; Cassadó: Requiebros. Met Oliver Triendl. Genuin GEN 19634 (70’57”). 2018

De Duitse celliste Maria Kliegel, ooit door Rostropovidc ‘La Celissima’ genaamd, maakte heel wat opnamen voor Naxos, daaronder een aantal best heel mooie. Nu verschijnt ze met haar vaste begeleider Oliver Triendl op Genuin en verrast meteen met een interessant Frans-Spaans programma dat ze als muzikale reis presenteert. 

Daarin vallen meteen de drie Chants d’Agartha van Guillaume Connesson op. In 2007 had hij de 3 Chants de l’Atlantide voor viool en piano geschreven, in 2008 volgde dit werk. Een eerdere cd opname daarvan vond ik niet zo gauw, wel is het vrij heftige werk te vinden op YouTube met Jérôme Pernoo en Jérome Ducros. Geen wonder want Agartha komt uit de mythologische onderwereld.

Fijn dat ook twee minder bekende stukken van Debussy aanwezig zijn. De Cellosonate van Poulenc geeft ze de nodige ironie mee en het werk klinkt nu eens vleiend, dan weer provocerend, eindigend met een burleske finale en de bewerkingen van Falla en Granados bekomen de cello ook goed. Aan virtuositeit en expressie geen gebrek. Het is een genoegen om het duo op deze welluidende reis te volgen.