CD Verzamelprogramma's

KOPATCHINSKAJA, PATRICIA: WHAT'S NEXT, VIVALDI?

Kopachinskaja, Patricia: What’s next Vivaldi? Vivaldi: Vioolconcert in Es op. 8/5, RV. 253 La tempesta di Mare (bew.); Vioolconcerten in g RV. 157 in C RV. 191 en in D RV. 208 ‘Il grosso mogul’; Concert voor 4 violen en orkest in e op. 3/4, RV. 550; ‘Lazzo parlante’; Cattaneo: Estroso; Francesconi: Spiccato il volo; Movio: Incanto XIX; Stroppa: Dilanto avvinto; Sollima: Moghul; Bartók: Szól a duda. Met Marco Bianchi, Steafano Barneschi, Liano Mosca en Il giardino armonico o.l.v. Giovanni Antonini.Alpha ALPHA 624 (70’56”). 2019
 
Durf, originaliteit en ondernemingslust zijn de uit Moldavië komende Patricia Kopatchinskaja haast aangeboren. Ze mijdt de gangbare paden uit de vioolliteratuur en speelt in haar opnamen liever werken van Mansurian, Say, Oestvolskaja, Katsjeli, Sánchez-Chiong, Ligeti, Holliger, Enescu, Kurtág, Eötvös, Giamberi, Cage, Karaev, Hartmann, Nörmiger, Dick, Vivier e.a. en keerde zelfs terug tot Biber.
Maar in een heel aardig programma onder de titel ‘Een mengel van oud en nieuw, van storm en kruit’ en kiest ze hier Vivaldi met een paar minder voor de hand liggende werken als uitgangspunt voor een optreden waarin ze hem koppelt aan Aureliano Cattaneo (1974) met Estroso voor viool, blokfluit, strijkers, theorbe en klavecimbel, Luca Francesconi (1956) met Spiccato il volo voor soloviool, Simone Movio met Incanto XIX voor blokfluit, viool en strijkers, Marco Stroppa met Dilano avvinto voor blokfluit en 2 violen, Giovanni Sollima met Moghul voor viool, blokfluit strikers en b.c. en Bartók met Szól a duda (doedelzak) voor blokfluit en viool (een bewerking van nr. 36 uit de 44 Duo’s voor 2 violen Sz 98, BB. 104).
Uit het lijstje hierboven blikt dat de violiste zich meer voor eigentijdse muziek dan voor de ‘klassieken’, laat staan barokmuziek interesseert, maar ze is natuurlijk zo’n allround kunstenares dat ze ook heel mooi Vivaldi speelt. In het quadrupelconcert van Vivaldi zal ze baat hebben gehad bij de aanwezigheid van drie Italiaanse collega’s.
Of die nieuwe stukken op verzoek van de violiste zijn gemaakt, in onduidelijk; onwaarschijnlijk is het niet. Belangrijker is dat ze heel aardig en genietbaar zijn en opvallen dat de blokfluit er zo’n belangrijk aandeel in heeft. Het nieuwe materiaal dat tussen de werken van Vivaldi wordt uitgevoerd, sluit daar aardig op aan.
Idee en realisatie zijn beslist de moeite van een nadere kennismaking waard.