Sterre Konijn: een. Deligannis: ‘An onion of no return’; Falla: ‘Nana’ uit  Siete canciones populares españolas; Bartók: ‘Pe loc’ uit Roemeense volksdansen; Konijn: ‘Musa’, ‘O die halfmaan’, ‘Ek herhaal jou’, ‘L’amor che move’, ‘Desierto’; Diaz: ’Tonada da luna llena’; Anon.: Toun en Klkhen’; Tavener: ‘Dante’ uit Akhmatova songs; Andriessen, L.: ‘Y después’; Ramirez: ‘Alfonsina y el mar’;  Moore, K.: uit The open road XIV; Camille: ’Tout dit’. Met Daniel Kool (piano), Tobias Nijboer (cb), Merel Vercammen (v), Christiaan Verbeek (org), Geneviève Verhage (vc), Raphaela Danksagmüller (duduk, het Armeense dubbelriet blaasinstrument). Seven Mountain 028 (51’19”). 2021

 

Het ‘een’ van het solodebuut van zangeres, zangdocente, multi-instrumentaliste Sterre Konijn (1987) staat niet nuchterweg voor het getal één, maar net als bij de politieke partij Bij1 voor ‘samen’, maar ook over ‘eenzaamheid’. Het album met een programma rond de uitersten verbondenheid en eenzaamheid is niet zo eenvoudig te rubriceren, want we horen door elkaar oude volksmuziek, klassieke muziek en geïmproviseerde hedendaagse stukken die alle een sfeer van verbondenheid ademen. Daartussen gluurt soms ook wat eenzaamheid.

Centraal staat een uitgesponnen eigen compositie op een tekst uit de Divina Commmedia van Dante (‘L’amor che move’) waarop ze is afgestudeerd. Behalve klassieke zang en muziektheater studeerde ze ook Italiaans.

Maar uit het geheel spreekt een sfeer van troostende weemoedigheid. Dat geheel bestaat uit twaalf stukken van Sterre Konijn zelf en verder uit bijdragen van Thanias Deligannis, onbegeleid gezongen, Manuel de Falla, Béla Bartók, Simon Diáz, John Tavener, Louis Andriessen, Ariel Ramirez, Kate Moore en Camille.

Zelf heeft de zangeres die bijzondere teksten van Akhmatova, Dante en Jonker heeft geselecteerd en ze blijkt vaardig op een theremin thuis te zijn. Een zestal instrumentalisten in wisselende bezetting begeleidt haar met bijzondere klanken in een programma op de grens van muziek en theater.