CD Verzamelprogramma's

KENNEDY, NIGEL: CLASSIC KENNEDY

Kennedy, Nigel: Classic Kennedy: Traditional: Danny Boy; Scarborough fair; J.S. Bach: Air uit Orkestsuite nr. 3 in D BWV 1068; Brahms: Hongaarse dans nr. 5 in g; Chopin: Nocturne nr. 20 in cis op. posth.; Debussy: La fille aux cheveux de lin uit Préludes, band I nr. 8; Gershwin: Uit Preludes nr. 1 in Bes, 2 in cis; Gounod: Ave Maria; Händel: Arrival of the Queen of Sheba uit Solomon; Kennedy: Melody in the wind; Kroll: Banjo and fiddle; Massenet: Méditation uit Thaïs; Mitchell: Urge for going; Monti; Czárdás; Rimsky-Korsakov: De vlucht van de hommel; Sarasate: Zigeunerweisen op. 20; Satie: Trois gymnopédies; Vivaldi: derde deel uit De zomer uit de Vier jaargetijden op. 8/2. Nigel Kennedy met het Engels kamerorkest. EMI 556.890-2 (79’27”) 1999

 

Geleidelijk aan heeft Nigel Kennedy steeds meer ontpopt als jongen uit het volk. Bij eerste kennismaking in Lockenhaus begin jaren tachtig vorige eeuw toen hij onder meer een prachtige solosonate van Bartók speelde tijdens het Gidon Kremer festival leek hij nog een bedeesde kostschooljongen, net klaar op de Yehudi Menuhin school. Maar geleidelijk kwamen zijn ware afkomst en aard uit de verf: die van de voetbalfan, jazz en pop uitmondend in o.m. samenwerking met artiesten uit lichtere genres.

Wie zijn laatste optreden in Nederland in zomer 2005 met als hoofdschotel Vivaldi’s onontkoombare Vier jaargetijden meemaakte, beleefde een soort stehgeiger in jogging broek op gympen die de werkjes aan elkaar praatte. Maar dat hij een geweldige violist was en is, staat buiten kijf. In expressief opzicht doet hij de muziek niets tekort, soms is het eerder op het randje. Hij is een zigeuner in Zigeunerweisen met eerder een  energiek, dan een zwierig, luchthartig slotgedeelte, een jazzjongen in de Gershwin Preludes. De Aria van Bach is stevig versierd en in Monti’s Csárdás zet hij een cimbalom in en vermijdt hij sentimentaliteit door het tearjerker middengedeelte pianissimo te spelen. Gounod krijgt gelukkig niet teveel saccharine mee, Debussy klinkt warmbloedig, Brahms pittig snel en Rimsky-Korsakov beeldend. Het Händelfragment uit Solomon moet het (terecht) zonder solist stellen.

Scarborough Fair, Urge for going en Kennedy’s eigen Melody in the wind zijn op effect gericht. Er vast al met al best veel te genieten. Raadselachtig alleen waarom deze tjokvolle cd het etiket ‘classic’ meekreeg. Het gaat meer om Easy listening of Middle of the road muziek. Voor de Kennedy fans een ideaal schijfje.