Kozena, Magdalena: Franse aria’s. Opera aria’s van Auber: Le domino noir (Ah! Quelle nuit!), Gounod: Cinq-mars (Nuit resplendante); Roméo et Juliette (Que fais-tu, blanche tourterelle), Sapho (O ma lyre immortelle), Massenet: Cléopâtre (J’ai versé le poison); Don Quichotte (Lorsque le temps d’amour…ne pensons qu’au plaisir d’aimer) Cendrillon (Reste au foyer), Verdi: Don Carlos (Choeur et chanson du voile), Berlioz: La damnation de Faust (Autrefois un roi de Thulé), Ravel: L’heure espagnole (Oh! La pitofable aventure!), Thomas: Mignon (Connais-tu le pays), Boieldieu: La dame blanche (D’ici voyez ce beau domaine), Offenbach: Les contes d’Hoffmann (O rêve de joie… Voyez-la sous son éventail) en Bizet: Carmen (Les tringles des sistres.tintaient) Magdalena Kozena met het koor van de Musiciens du Louvre en het Mahler kamerorkest o.l.v. Marc Minkowski. DG 474.214-2 (78’38”). 2002
Decennialang was er een gebrek aan echt goede Franse zangeressen voor dit repertoire. Daar is intussen gelukkig verandering in gekomen, maar het is niettemin frappant dat een Tsjechische opdraaft voor een dergelijk rijk geschakeerd en royaal operarecital als dit. Door haar eerste huwelijk met de Franse bariton Vincent le Texier zal Kozena waarschijnlijk attent zijn gemaakt op dit veelzijdige moois waarin ze zowel in sopraan- als in mezzosopraan rollen te horen is.
Aan contrasten geen gebrek: van een lawaaischopperige non bij Auber via successievelijk sensuele, provocerende en jongensachtige bijdragen in Gounod tot panache bij Verdi, een kostelijk brokje Boieldieu, een geestige Offenbach reconstructie en een gevoelige Massenet. Alleen de losse aria uit Ravels L’heure espagnole valt zo geïsoleerd enigszins tussen wal en schip. Alerte begeleidingen van Minkowski en een heel goede opnamen bekronen deze geslaagde, hartverwarmende onderneming.