Kurios klarinetkwartet. Mozart: Strijkkwartet nr. 18 in A KV 464 (bew. Paolo Leva); Debussy: ‘Golliwog’s cakewalk’ uit Children’s corner; ‘Andantino’ uit Strijkkwartet in g op. 10 (bew. Paolo Leva); Farkas: Régi Magyar Táncok; Curtis: A Kletzmer Wedding; Verdonck: Amorpheus; J.S. Bach: ‘Ach großer König’ uit Johannes Passion BWV245. Kurios 001.2011 (62’47”). 2010/1
Zoals men bij het begrip klarinetkwintet steeds aan de meesterwerken van Mozart en Brahms denkt, komen bij het begrip klarinetkwartet primair werken van Crusell en Hoffmeister in herinnering. Maar daar gaat het steeds om één klarinet met strijkers. Mogelijk hadden Cartelieri en Feldman wat anders met meer blazers in gedachten.
Maar wie zoals het uit eerste klarinettiste Judith van der Plas, tweede- en esklarinettiste Tineke van der Meulen, Boukje Musch (derde klarinet) en Peter Koetsveld (basklarinet) bestaande jonge, in 2002 geformeerde Kurios kwartet werken voor deze bezetting zoekt – en aan te nemen dat ze muziekbibliotheken hebben afgezocht naar oorspronkelijke werken – weet dat ze zijn aangewezen op bewerkingen op originele nieuwe stukken.
Het is dapper om met een van Mozarts laatsteen bekendste strijkkwartetten te beginnen. Even is het wennen aan de licht vervreemde, ietwat van kleur verschoten muziek, maar dan luistert men bewonderend verder, geboeid door een inderdaad rijke waaier aan tinten, de zorgvuldig aangebrachte en toch natuurlijke nuancen, ook en vooral die in dynamisch opzicht. Het resultaat klinkt overtuigend.
Hierna wordt het geestige, parodistische karakter van Debussy’s ‘Golliwog’s cakewalk’ mooi geuit; abstracter en echt impressionistisch vormt het langzame deel uit Debussy’s strijkkwartet een mooi rustpunt. Net als het Mozartkwartet kan het de bewerking goed verdragen.
Farkas, de componist van o.m. Hongaarse dansen uit de zeventiende en achttiende eeuw voor gemengd blaaskwintet, leverde met een hier geboden vierdelige suite een volgende luchtige, maar substantiële bijdrage.
Het is bekend dat in Kletzmer muziek de klarinet altijd een belangrijke rol speelt. De Amerikaan Michael Curtis, o.a. ook componist van The impish imp voor twee contrafagotten, maakte er een aanstekelijk Joods trouwfeestje van.
Peter Verdonck brengt een moderne noot in het programma met zijn levendige anti-slaap Amorpheus. Voor bezinning zorgt de laatste minuut van dit programma, een waardige bewerking van het koraal nr. 17 ‘Ach großer König, groß zu allen Zeiten’ uit Bachs Johannes Passion.
Het is knap en gedurfd van het Korios kwartet om in deze sombere tijden niet alleen een oorspronkelijk geluid te laten horen en een niche te vullen, maar ook om nu ondernemend kunstenaarschap is geboden met een tweede cd productie in eigen beheer en op eigen risico de moeilijke markt op te gaan. In 2006 werd al een eerste, waarschijnlijk oncommerciëler opname met speciaal voor het ensemble gecombineerd werk van Frank den Herder uitgebracht. Dit is lofwaardig lekker geslaagd voer voor klarinettisten!