CD Verzamelprogramma's

KOŽENÁ, MAGDALENA: LIEDEREN VAN RAVEL, SHOSTAKOVITCH, RESPIGHI, SCHULHOFF EN BRITTEN RAVEL, SHOSTAKOVITCH, RESPIGHI, SCHULHOFF EN BRITTEN

Kožená, Magdalena: Ravel: Chansons madécasses; Shostakovitch: Satires nr.1-5; Respighi: Il tramonto; Schulhoff: Drei Stimmungsbilder op. 12; Britten: A charm of lullabies op. 41. Met Malcolm Martineau (p), Paul Edmud-Davies (fl), Christoph Henschel (v), Jirí Bárta (vc) en het Henschel kwartet. DG 471.581-2 (63’50”). 2003

Een staalkaart van het vele bijzondere waaraan de Tsjechische zich wijdt. Noem het een resultaat van globalisatie zo’n meertalige combinatie van Frans, Russisch, Italiaans, Duits en Engels repertoire. Haar eerste huwelijk met de Franse bariton Vincent le Texier en haar tweede met Simon Rattle zal haar mogelijk vleugels hebben gegeven bij deze keuze. Het bijzondere is echter nog meer dat ze als een kameleon haar stijlgevoel steeds goed aanpast.

Het resultaat is bewonderenswaardig mooi, om het even in welk segment. De verleidelijke Madagascar liederen van Ravel belicht ze meteen indringend, luister bijvoorbeeld naar het haast hypnotiserende effect in de gepassioneerd herhaalde kreten uit ‘Nahandove’.  Vergelijk dit met bijvoorbeeld de ook geweldige Karnéus (EMI 556.982-2).

In de 5 Satires ofwel Romances van Shostakovitch volgt ze goed de wisselende emotionele stemmingen van verdwaasdheid tot sarcasme en in het laatste lied, ‘Kreutzer sonate’ de onderdrukte razernij. Hooguit een Vishnevskaya overtuigde daarin meer (Melodiya 74321-53237-2).

Na de scherpe kantjes van de Russische componist volgt Italiaanse mildheid. Zelden zal de zonsondergang die Respighi in Il tramonto schetst fraaier met mooi Italiaans klinkende klinkers en lange melodielijnen in beeld, of beter natuurlijk in klank zijn gebracht. Hier overtreft de Tsjechische nu eens Von Otter (Vanguard 99216) en eveneens de oudere versies van Finnie, Jurinac, Seefried, Scotto en Balleys.

De onbekende Stimmungsbilder met een viool extra van Schulhoff, beginnend met een loom, blues-achtig lied over de zee en eindigend in een Debussy-achtige nevel krijgen haast vanzelfsprekend ook de juiste aanpak. 

In Brittens Charm of lullabies weet ze oprecht en met een haast onfeilbaar instinct het treffende karakter van deze liederen te communiceren.

Zowel het trio van fluit, cello en piano bij Ravel als het strijkkwartet bij Respighi voldoen heel goed en alles is duidelijk en in het juiste perspectief vastgelegd.