CD Verzamelprogramma's

JAROUSSKY, PHILIPPE: STORIA DI ORFEO, LA

Phiippe Jaroussky: La storia di Orfeo. Sartorio: Sinfonia, ‘Cara e amabile catena’; ‘Ahimè.Numi, son morta’; ‘È morta, Euridice’; ’Orfeo, tu dormi’; ‘Se desta pietà’; ‘Risvegiiati, sù; ‘Numi, che veggio… Non ti volger’; ‘Chiuso, ahimè, di Cocito… Rendetemi Euridice’ uit L’Orfeo; Monteverdi: ‘Lasciate I monti… Vieni imeneo’; ‘Rosa del ciel’; ‘Vieni imeneo’; ‘Possente spirto’; Pietade oggi e Amore’ uit L’Orfeo; Rossi: ‘Mio ben teco ‘I tomanto più’; ‘Che dolzetta è la certezza’; ‘Deh, più lucente’; ‘M’ami tu?... Se cosi dunque Amor fà’; ‘All’imperio d’Amore’; ‘Ah, piangete!’; ‘Lagrime, dove sete?; ’Dormite beglocchoi’; ‘Lasciate Averno, o pene, e me seguite’; ‘Amor vero e salida fé uit Orfeo. Met Emöke Baráth (s), het koor en de Italiaans-Zwitserse omroep en I Barocchisti. Erato 902958-51903 (64’09”). 2016

 

Niet alleen Monteverdi en Gluck hebben zich muzikaal beziggehouden met de Orfeo legende. Ook Antonio Sartoro (1630-1680), Ferdinando Bertoni (1725-1813), Nicola Porpora (1686-1768) en Luigi Rossi (1597-1653) deden dat in operavorm. Verder zijn daar nog Johann Hasse (1699-1783) met een opera pastiche Giovanni Pergolesi (1710-1736) met een kamercantate, Thea Musgrave (1928) met een werk voor fluit en strijkorkest Improviation on a theme en Otto Lindblad (1809-1864) met een koorwerk, Orfeo’s sjöng. Wie op Orfeus gebied muzikale verzamelwoede heeft, kan dus vooruit.

Op 20 maart 2017 ‘ontrafelt’ Philippe Jaroussky in het Amsterdamse Concertgebouw met sopraan Amanda Forsythe en I Baroccisti onder Diego Fasalis de mythe van Orfeus nader.

Een groot deel van dat programma minus het Gluck aandeel, zingt hij met een andere sopraan op deze cd als tastbaar resultaat van een lang gekoesterde droom. Het blijkt interessant om de sfeer van deze drie vroeger barokopera’s onderling te vergelijken. Waar Monteverdi zich op de dramatische kant van de mythisch zoektocht richt, belichten Sartori en Rossi eerder de gelukkige kanten van de liefde tussen Euridice en Orfeus.

Dat Jaroussky zijn aandeel met glans en inhoud aflevert, was te verwachten. Maar onderschat ook sopraan Emöke Baráth niet met haar zilveren stem en goede stijlopvatting. De levendige begeleiding van Fasolis en zijn voortreffelijke oude instrumenten ensemble vervolmaakt een in alle opzichten mooi gelukte onderneming.