Impressions françaises. Poulenc: Fluitsonate; Un joueur de flûte berce les ruines; Fauré: Pièce; Sicilienne; Morceau de concours; Fantaisie; Berceuse; Debussy: Syrinx (2x); Sonate voor fluit, altviool en harp; Prélude à l’après midi d’un faune. Juliette Hurel (fl), Hélène Couvert (p), Arnaud Thorette (va), Christine Icart (h) en Florence Darel (rec.). Zigzag Territoires
ZZT 110401 ( 62'54"). 2010
De mystiek die Debussy’s laatste sonates (zes waren er bedoeld, het werden er slechts drie) omringt verhindert vertolkers soms om de muziek het volle pond te geven. Hier niet, want de musici die de voortreffelijke Juliette Hurel, o.m. eerste fluitiste van het Rotterdams filharmonisch orkest, omgeven, spelen met haar uit volle overtuiging en met overgave. Maar ze behandelen de uitzonderlijke Sonate voor fluit, altviool en harp ook als een kostelijk stuk, neigen niet naar understatement en ze vinden een goed evenwicht tussen vorm en expressie. De muziek klinkt alsof deze niet meer van deze wereld is. Jammer daarom eigenlijk dat er geen ruimte was voor de Viool- en de Cellosonate. Maar ja: het is tenslotte het recital van een fluitiste.
Exclusieve Debussy sonate opnamen waren)er wel van Bourdin c.s. (Philips 422.839-2) en het Nash Ensemble (Virgin 791.148-2) en zijn er nog van het Athena Ensemble (Chandos CHAN 8385) en de Boston Symphony Chamber Players (DG 476.7703), maar de jonge Fransen hebben een streepje voor.
Bijzonder is verder de fluitsolo Syrinx in tweevoud. Het nog geen drie minuten durende stuk was een indringer uit 1913 om Mourey’s Psyche te illustreren. We kennen het werk als solo, maar hier wordt het verrassend en interessant genoeg ook een keer extra uitgevoerd met een spreekster. De Prélude à l’après midi d’un faune klinkt in een transcriptie van DSamazeuilh uitgekleed voor fluit en piano.
Het prachtige recital begint frivool vrolijk en onbekommerd met de Fluitsonate van Poulenc, waarin meteen in het eerste deel het malincolico karakter alle recht wordt gedaan. Het recital eindigt met Poulencs minder bekende Fluitspeler. Het blijkt weer dat de componist heel gelukkig was wanneer hij voor blazers kon schrijven.
Tenslotte is er een warm pleidooi voor de buiten de fluitwereld sporadisch gehoorde korte werken – typische concours stukken – van Fauré. Ook hier wordt op het hoogste niveau gemusiceerd en de opname verdoezelt daar niets van.