Hecker, Marie-Elisabeth: Cello Fiesta! Haydn: Celloconcert nr. 1 in C; Tchaikovsky: Pezzo capriccioso op. 62; Azarashvili: Concert voor cello en kamerorkest; Ginastera: Glosses sobre temes de Pau Casals op. 46; Corea: Bew, La fiesta. Met KremerATA Baltica. Hänssler PH 08031 (68’09”). 2007
Wat aan de tot nu toe van Marie-Elisabeth Hecker verschenen opnamen opvalt, is dat ze daarin steeds een nogal bescheiden rol speelt en collega’s ook een prominente plaats gunt.
De titel van deze cd gaat terug tot La fiesta, een ruim acht minuten durend brok jazz fusion in flamencostijl dat de Amerikaanse pianist/componist Chick Corea (1941) - die in zijn afdwaling in klassieke richting samenwerkte met Friedrich Gulda in Mozarts dubbelpianoconcert en met Bobby McFerrin en het Saint Paul kamerorkest in de soloconcerten nr. 20 en 23 (Teldec 8.44154, 8.42961) – componeerde en dat hier in een geslaagde, de stijl keurig volgende bewerking voor twee celli, slagwerk en kamerorkest tot opmonterend slot van dit aardige programma klinkt.
Dat programma is ondernemend gekozen, waarschijnlijk in samenwerking met de dito Gidon Kremer en zijn KremerATA Baltica dat democratisch samenwerkt wat de taakverdeling tussen de leden betreft. Zo zijn het Pezzo capriccioso van Tchaikovsky en het Celloconcert van de Georgiër Vaja Azarashvili (1936) toevertrouwd aan cellist Giorgi Kharadze.
Ginastera’s eerbetoon aan Casals Glosses uit 1976 is natuurlijk gebaseerd op thema’s van de Catalaan. Het werk bestaat in twee vormen: voor strijkkwintet – in het onderhavige geval met Andrej Bielow (v), Agne Doveikaite-Rubiniene (v), Daniil Grishin (va), Giorgi Kharadze (vc) en Danielis Rubinass (cb) met kamerorkest en voor groot orkest. Het is een extroverte compositie op een handvol thema’s van Casals die op een nogal Ives-achtige wijze tegenover elkaar zijn geplaatst. Nu eens mierzoet klinkend, dan weer in romantische Hollywood stijl.
Dat Hecker opent met het meest virtuoze van beide Haydnconcerten is meteen een statement. Net als Rostropovitch (EMI 567.234-2) en G. Capuçon (Virgin 545.560-2) baant ze zich succesvol en heel sonoor door de in sprankelend humeur en subtiel getinte virtuositeit heen.
Met deze heel verschillende werelden vertegenwoordigende Haydn en Corea heeft de celliste een keurig visitekaartje afgeleverd.