Ann Hallenberg: Carnevale 1729: Giacomelli: ‘Mi par sentir la bella’, ‘Vanne, si, di al mio diletto’ uit Gianguir; Orlandini: ‘Non sempre invendicata’, ‘O del mio caro sposo…Quanto bello agl’occhi miei’, ’Scherza in mar la navicella’, ‘Verdó più liete e belle’ uit Adelaide; Albinoni: ‘In tuo core in dono accetto’, ‘Fior, che a spuntar si vede’ uit Filandro; Porpora: ‘Il psstor se torna aprile’, ‘In braccio aa mile furie’. ‘Bel placer saria d’un core’ uit Semiramide roconosciuta; Leo: ’Soffre talor del vento’, ‘Obra cara, ombra adorata’ uit Catone in Utica; Vinci: ’Nave altera che in mezzo’ uit L’abbandono di Armida. Met Pomo d’oro o.l.v. Stefano Montanari. Pentatone PTC 5186-678 (2 cd’s, 2u. 09’56”). 2016
De carnavalsvieringen in Venetië hebben altijd een grote reputatie gehad. Ook in muzikaal opzicht, juist in de achttiende eeuw. Er vonden ware orgies plaats en de verschillende muziektheaters wedijverden onderling met presentaties van beroemde zangers, waaronder Farinelli, in nieuwe werken. Dat alles omgeven door grote onderlinge rivaliteiten en met de nodige schandalen.
Het schijnt dat het zich over twee maanden uitstrekkende seizoen in 1729 heel bijzonder was dankzij een aantal wereldpremières van onbekendere componisten als Orlandini en Giacomelli naast de wat bekendere Leo, Vinci en Porpora. Verrassend door hun melodieusheid zijn ook de twee fragmenten uit Albinoni’s Filandro. De handige en slimme Händel kwam extra naar Venetië om het aan te horen en ervan te leren.
Dat seizoen werd geopend met Leonardo Leo’s tragedie Catone in Utica, Farinelli triomfeerde in Nicolo Porpora’s Semiramide en Fautia Bordoni in Adelaide van Giuseppe Maria Orlandini. Elegant en ontroerend is hierna het fragment uit Germiano Giacomelli’s Gianguir.
De Zweedse Ann Hallenberg die met eerdere opnamen van Aria’s voor Luigi Marchesi (Glossa GCD 923505) en Aria’s voor Farinelli (Aparté AP 117) al aantoonde een specialiste in de Italiaanse vocale barokwereld te zijn, laat - intussen bij Pentatone terecht gekomen - heel virtuoos en met een warme toon opnieuw horen, hoe goed ze is in dit genre en idioom; Pomo d’oro van Stefano Montanari zorgt voor een briljante, levendige begeleiding.