CD Verzamelprogramma's

HASKIL, CLARA: LUDWIGSBURG RECITAL

Clara Haskil: Recital Ludwigsburg. Bach, J.S.: Toccata in e BWV. 914; Scarlatti, D. Sonates in C L. 457, K. 132, Es L. 142, K. 193 en b K]L. 33, K. 87; Beethoven: Pianosonate nr. 32 in c op 111; Schumann: ‘Drei Stücklein’ uit Bunte Blätter op. 99; Abeggvariaties in F op. 1; Debussy: Étude nr. 7 ‘pour les degrés chromatiques’; Ravel: Sonatine M. 43; Bach/Busoni: Koraalvoorspel ‘Nun komm der Heiden Heiland’ BWV. 659; Schumann: ‘Abschied’ uit Waldszenen op. 82. SWR Media 19052 (75’48”). 1953

 

Het besef dat anno 2018 waarschijnlijk alleen ouden van dagen de naam Clara Haskil nog iets zegt, wekt een duidelijk gevoel van gemis. In de jaren vijftig behoorde ze tot mijn meest bewonderde en geliefde pianisten. Nooit vergeet ik het ontroerende moment tijdens het Luzern Festival 8 september 1958 toen de ook gebrekkige oude Otto Klemperer haar hielp de pianokruk op de juiste hoogte te brengen voordat ze Mozarts Pianoconcert in d KV. 466 speelde. Prachtig speelde, want Mozart was een van haar specialiteiten.

Het leven van de 7 januari 1895 in Boekarest geboren Joodse Clara Haskil was getekend door tragiek. Ten gevolge van een afwijking in haar ruggengraat die haar veel pijn bezorgde had ze een bochel en bewoog ze moeilijk. In 1942 moest ze vanwege een hersentumor worden geopereerd. Mentaal was ze heel instabiel en had ze weinig zelfvertrouwen. Ze schijnt zelfs te hebben overwogen om zelfmoord te plegen. En haar einde kwam 7 december 1960 als tragisch ongeval toen ze in Brussel van het perron viel.

Haar vriendschap me haar veel jongere landgenoot Dinu Lipatti gaf haar veel steun, maar diens overlijden in december 1950 was een zware slag voor haar.   

Niettemin had ze in de pianowereld de status van een godin, een vrouw die muzikale passie paarde aan elegante, verfijnde pianistiek. 

Charlie Chaplin beweerde ooit wat pathetisch dat hij slechts drie genieën had ontmoet tijdens zijn leven: Winston Churchill, Albert Einstein en Clara Haskil.

Gelukkig is veel van haar te horen op cd. Het meeste daarvan staat in de discografie bij haar portret in de rubriek Uitvoerende Kunstenaars; daar is zojuist dit recital in Ludwigsburg toegevoegd.

Ze begint met een intelligent, niet te straf uitgevoerde Toccata van Bach die haast iets improviserends krijgt, maar het contrapunt is knap uitgewerkt. Haskil speelde graag Scarlatti en nam ooit 11 sonates op. Hier speelt ze er heel subtiel en fijnmazig twee.

De grote verrassing is de laatste Beethovensonate, een terrein waarop ze zich vroeger weinig waagde. Aanvankelijk lijkt ze nog wat naar evenwicht te zoeken, maar wanneer ze eenmaal de zenuwen de baas is na wat slordigheden en missers, volgt een prachtige vertolking. In het eerste deel brengt ze mooi gepassioneerd de elementen van strijd en conflict naar voren. De geweldige arietta wordt variatie na variatie heel knap opgebouwd.

Schumanns Abeggvariaties waren een werk dat regelmatig in recitals opdook en ze speelt deze sprankelend. In Bunte Bläter toont ze een groot dichterlijk inzicht en de Étude van Debussy vormt een verinnerlijkte bijdrage. De sonatine van Ravel is kraakhelder, het koraalvoorspel van Bach klinkt terughoudend romantisch.

De technici van de Südwest Funk in Stuttgart hebben hun best gedaan om de mono opname zo goed maar mogelijk is te digitaliseren. Vooral vanwege Beethoven en Ravel is dit een waardevolle uitgave geworden.