Juliette Hurel en Joséphine Olech: Souvenirs de Hongrie, le maître et l’élève. Doppler: Duettino hongrois op. 36; Fantaisie pastorale hongroise op. 26; Andante en rondo op. 25; Bartók: Suite paysanne hongroise (bew.);  Dohnányi: Aria op. 48/1; Rapsodie voor piano in C op.11/3; Farkas: Antiche danze unhgheresi del 17. secolo. Met Selim Mazari (p). 1001 Notes 02 (56’41”). 2015

Als niet-fluitist was de nam Doppler me vroeger alleen bekend van het Dopplereffect, het door de Oostenrijkse natuurkundige Christian Doppler in 1842 beschreven effect van de verandering van frequentie van geluid, licht of andere golfverschijnselen door een snelheidsverschil tussen zender en ontvanger.

Maar hier gaat het om een heel andere Doppler, de in de fluitwereld maar al te bekende Hongaar Franz (1921 0 1883). In 2011 stelde de Franse fluitiste Juliette Hurel haar leerling Joséphine Olech die haar als 1e fluitiste van het Rotterdams fiharmonisch opvolgde en in 2018 tijdens het Kamermuziekfestival in Ede optrad en de pianist Selim Mazari voor tijdens het Festival Découverte 2009 en ze traden later gezamenlijk op tijdens het Festival 1001 notes.

Daarvan is dit programma Souvenirs de Hongrie, le maître et l’élève de neerslag. Dat daarin behalve werken van Doppler ook composities van e Hongaren Ernö von Dohnányi en van Ferenc Farkas (1905 - 2000), die naar het voorbeeld van Respighi in Italië in 1987 oude Hongaarse dansen bewerkte, een plaats kregen, is volkomen terecht en verdiend. De Suite paysanne hongroise van Bartók is niets anders dan een aardige bewerking van zijn 15 Hongaarse boerenliederen Sz. 71, BB. 79 voor piano uit 1914.

Zo ontstond een heel gevarieerd programma met als  gemeenschappelijke noemer Hongaarse ritmen en sfeer. Dit drietal Fransen voelt dat uitstekend aan en zorgt voor spirituele vertolkingen.