Christian Hommel: Romantische composities voor hobo en piano. Kalliwoda: Morçeau de salon op. 228; Flotow: Nocturne concertant op. 47; Schumann: Romances op. 94 nr.1-3; Schunke: Andante en bolero; Nielsen: Fantasiestukken op. 2 nr. 1 en 2; Britten: Temporal variations; Koechlin: ‘Au loin’ uit Monodies op. 216. Met Dorothea Eppendorf (p). Ars Musici AM 1272-2 (69’32”). 1999
Als kernlid van het Ensemble Modern valt de Duitse hoboïst Christian Hommel tegenwoordig met zijn neus in de boter als liefhebber en vertolker van eigentijdse muziek, daartoe aangemoedigd door zijn Zwitserse leermeester Heinz Holliger.
Maar hij is evenzeer een fervente voorstanden van de authentieke uitvoeringspraktijk. Werken voor hobo en orkest van Bach behoren tot zijn standaardrepertoire en hij maakte daar ook een opname van (Naxos 8.554602). Ook is er een opname van hem met de zes ‘Londense’ sonates van Mozart (Ars Musici AM 1134-2).
Hij vat het begrip ‘romantisch’ breed op door ook werken van Britten en Koechlin in zijn recital op te nemen.
Zo bijster veel werd gehorende periode in de negentiende eeuw die geldt als de romantische nog niet geschreven voor de hobo in een echt belangrijke solorol. Naar voldragen sonates zal men vergeefs zoeken. Maar Hommel wist een aantal onbekende, kort werken op te duiken die hij met goede smaak, mooi vlot en virtuoos uitvoert, met even veel inzet begeleid door Dorothea Eppendorf.