Hexagon ensemble: German connection, The. Thuille: Sextet voor fluit, hobo, klarinet, fagot en hoorn in Bes op. 6; Klughardt: Kwintet voor fluit, hobo, klarinet, fagot en hoorn in C op. 79; Reinecke: Trio voor piano, klarinet en hoorn in Bes op. 274. Hexagon ensemble. Et’cetera KTC 1295 (75’16”). 2005
Behalve een verbinding met Duitse muziek legde het Hexagon ensemble dat hier bestaat uit Wout van den Berg (fl), Henk Swinnen (h), Arno van Houtert (kl), Christiaan Boers (hrn), Freek Sluijs (fag) en Hans Eijsackers (p) ook connecties met Nederland, Frankrijk, Engeland en Rusland en legt zich daarbij weinig beperkingen op in de keuze van het repertoire en de samenstelling van het instrumentarium. Bovendien wisselde het ensemble nog wel eens van samenstelling.
De Duitse componist Ludwig Thuille (1861 - 1907) komt eigenlijk uit Bolzano, maar belandde in München en Dresden en boort tot de vergeten uit de muziekgeschiedenis. Toch is zijn vierdelig Sextet uit 1888 best de moeite waard. Het werk begint met een wat melancholiek Allegro moderato dat wordt gevolgd door mild larghetto, een elegante gavotte en aan aantrekkelijk levendige finale.
Ook bij de door Liszt aangemoedigde August Klughardt (1847 - 1902) lagen de muzikale activiteiten deels in Dresden en verder in Dessau en ook hij behoort tot de vrijwel vergetenen en wanneer men dit kwintet uit 1898 hoort, is ook wel te begrijpen waarom: het ontbreekt nogal aan eigen persoonlijkheid, maar het werk klinkt als zodanig best plezierig, zeker in deze voortreffelijke uitvoering. Het Trio van veelschrijver Carl Reinecke (1824 - 1910) heeft veel van Brahms, maar is ook heel melodieus. In een vrij gepassioneerde uitvoering, zoal hier, komt het goed tot zijn recht.
De vertolkingen zijn geëngageerd en memorabel omdat ze zo fris en warmbloedig zijn. Hier wordt gemusiceerd met hecht ensemblespel in vertolkingen die een bevlogen indruk maken.