CD Verzamelprogramma's

HOLLAND BAROQUE: BRABANT 1653

Holland Baroque: Brabant 1653. Gemert graduaal ‘Jesu Redemptor omnium’; Verdonck: ‘Amor Jesu dulcissimus’, ‘Ave gratia plena’; Benedictus à Sancto Josepho: ‘Magnificat’, ‘Alma redemptoris Mater’, ‘Salve Regina’, ‘Quis me territat’ ‘Adagio’, ’Tantum ergo’; gregoriaans ‘Media vita’, ‘Salve Regina’ (bew. Buns); Rosier: ‘Regina coeli’; Hollanders: ‘O vos omnes’; Finkers: ‘Ave Maria’. Julie Thyana Roset (s), Déborah Cachet (s), Céline Scheen (s), Alex Potter (ct), Mirko Ludwig (t), Carlos Negrin López (t) en Dominik Wörner (bs) met Holland Baroque. Pentatone PTC 5186-895 (72’23”). 2020
 
Als in Nuenen geboren en getogen Brabander kende ik Boxtel vooral als halteplaats van de trein tussen Eindhoven en Den Bosch tijdens reizen voor vakantie of familiebezoek in het Westen. Één lang perron dat ooit de rubriek ‘Praetvaria’ van Elias in Elsevier haalde, omdat één bord verwees naar het toilet voor ‘mannen’ en een ander naar dat voor ‘heren’. 
Toch zijn er nog twee andere herinneringen aan Boxmeer. In de zomer van 1943 hebben mijn moeder en ik daar fietsen geleend om een half uur mijn vader te kunnen bezoeken die gevangen zat in gijzelaarskamp St. Michielsgestel. De andere keer was op het Eindhovense Lorentz Lyceum een paar jaar na W.O.II toen iemand een lezing (peptalk) gaf hoe zeer de industrie op ons leerlingen zat te wachten voor de wederopbouw. Toen hij zei ‘Dan gaat het van goed naar beter en van beter naar best’, vulde ik aan ‘en van Best naar Boxtel’ wat me twee woensdagmiddagen kostte om algebra- en goniosommen te maken.
Dat Boxmeer in de zeventiende ook een cultuurcentrum in de Zuidelijke Nederlanden was, ervoer ik pas toen de eerste cd met Triosonates van Buns verscheen (NM Classics NM 92131). Misschien omdat ik geen deel uitmaakte van de R.K. bevolkingsgroep.
En nu is er dan dit vervolg. Vergeleken met andere takken van kunst en wetenschap is de muziek er in het verleden nogal bekaaid afgekomen. Totdat het moment kwam dat Judith en Tineke Steenbrink in bibliotheken en kloosters in Boxmeer, Sint-Agatha en het Kreisarchiv Kleve een reeks ware muziekschatten terugvonden. De toegangsdeur tot de St. Petrusbasiliek in Boxtel is op de cd cover afgebeeld.
Daaruit blijkt dat in de Zuidelijke Nederlanden, met name in Boxmeer in  het midden en de tweede helft van de zeventiende eeuw een bloeiende   cultuur met gewijde muziek bestond met als centrale componist Benedictus Buns (1642 - 1716).
Dat is opmerkelijk omdat juist in die tijd godsdienststrijd heerste en openbare R.K. erediensten waren verboden, maar daar trok men zich  blijkbaar weinig van aan omdat in sommige enclaves, zoals de Vrije Heerlijkheid Boxmeer, de wetgeving van de Republiek niet gold en de naleving daarvan slecht werd gecontroleerd.
Er werd natuurlijk gewoonlijk veel gezongen in kloosters en kerken: niet alleen gregoriaans maar ook vrome liederen, die in dit geval meer (tot 6) stemmig zijn en ‘in vrij eenvoudige Brabantse stijl’. Behalve van Buns worden bijdragen gezongen van Cornelis Verdonck (1563 - 1625), Carl Rosier (1640 - 1725), Herman Hollanders (1595 - ca. 1640) en tot besluit wordt uit het heden een mooi ‘Ave Maria’ van Herman Finkers (1954) dat goed in het concept past. 
Om dat alles tot klinken te brengen zochten de leden van het instrumentaal ensemble Holland Baroque samenwerking met de sopranen Julie Thyana Roset, Déborah Cachet en Céline Scheen, de countertenor Alex Potter, de tenoren Mirko Ludwig en Carlos Negrin López en de bas Dominik Wörner die een heel mooi aandeel leveren. 
Voor deze luisteraar is ‘Quis me territat’ van Benedictus Sancto Josepho een hoogtepunt.
De bezetting van Holland Baroque is in dit geval: Tineke Steenbrink (or., kl), Judith Steenbrik (v), Anna Jane Lester (v), Filip Rekieç (v), Lambert Colson (corn), Rodney Prada (vdg), Kim Stockx (fag, blokfl), Israel Golani (lt), Emma Huijsser (harp, blokfl), Haru Kitamika (org), B.J. Baartmans (zang, git). Of dit programma tot meer van dit onbekende moois leidt?