Holzmair, Wolfgang: Beethoven: An die ferne Geliebte op. 98; Mozart: Das Veilchen KV 476, An Chloe KV 524, Das Traumbild KV 530; Die betrogene Welt KV 474; Die ihr des unermeßlichen Weltalls Schöpfer ehrt KV 619; Haydn: Lob der Faulheit; Gegenliebe; Trost unglücklicher Liebe; Die zu späte Ankunft der Mutter; O tuneful voice; Sailor’s song; Sympathy; The spirit’s song; Fidelity; Content; Piercing eyes; She never told her love. Wolfgang Holzmair (bariton) en Imogen Cooper (piano). Philips 454.475-2 (79’30”). 1997
Aan de samenwerking van Holzmair en Cooper is blijkbaar helaas een eind gekomen. Dit recital dat in Haydnstad Eisenach werd gegeven kan dus als een soort afscheid worden gezien en de getoonde muzikale kwaliteiten zijn van dien aard, dat men moet betreuren dat beiden niet langer optreden. Logisch dat in Esterházy liederen van Haydn op het programma stonden en het zal ook nauwelijks verwondering wekken dat hij vooral uitblinkt in de liederen van Haydn. Beluister bijvoorbeeld zijn ‘Sailor’s song’; hooguit zullen puristen wat op zijn uitspraak van het Engels kunnen aanmerken. Ook het aandeel Mozart is fraai met de pianiste die haar beste jeu d’esprit laat horen; samen zorgen ze voor een plechtige weergave van de vrijmetselaar cantate KV 619 met zijn Zauberflöte echo’s en zelfs ‘Das Veilchen’ klinkt frisser dan ooit. Holzmairs bariton herinnert in veel opzichten aan die van Patzak in zijn beste dagen.
In Beethovens cyclus An die ferne Geliebte toont Holzmair enige emotionele terughoudendheid, maar hij schenkt wel veel aandacht aan de details; ook ‘Adelaide’ klinkt treffend. Stephan Genz (Hyperion CDA 67055) klinkt spontaner, jeugdiger en is in lichte mate verkieslijk in een heel Beethovenrecital, maar Holzmair bevredigt meer dan Schreier (Decca 444.817-2) in dit repertoire.