Bartók: Suite De wonderbaarlijke mandarijn op. 19. Sz. 73, BB. 82; Pianoconcert nr. 3 Sz. 119, BB. 127; Stravinsky: De vuurvogel; Prokofiev: ‘Capulets en Montagues’ uit Romeo en Julia. Yefim Bronfman met het Londens symfonie orkest o.l.v. Valery Gergiev. LSO 5078 (2 cd’s, 1u. 36’57”). 2016

Het vaste dirigentschap van Gergiev bij het Londens symfonie orkest eindigt na acht jaar met een programma twintigste eeuwse muziek met deels een uitgesproken theatertintje vol drama en kleur. Met zoveel krachtige ritmen en zo’n duidelijk naar voren komende orkestratie is het jammer dat niet meteen de hele bedreigende muziek van de Wonderbaarlijke mandarijn werd opgenomen.

De vuurvogel nam hij al eens in 1995 met het Kirov orkest op (Philips 446.715-2) en van Yefim Bronfman bestaat al een opname van Bartóks derde pianoconcert met het Los Angeles filharmonisch orkest onder Esa-Peka Salonen (Sony SK 66718) uit 1994. Maar ook hier komen deze werken in al hun identiteit mooi naar voren. Het deeltje uit Prokofievs ballet vormt een stevige toegift. Misschien horen we niet steeds Gergiev op zijn best, maar wie dit programma aanstaat, hoeft zich zeker niet bekocht te voelen. De opname klinkt helder en vol mooie details; bijgeluiden zijn vrijwel geheel uitgebannen.