Ophélie Gaillard: Exiles. Bloch: Hebreeuwse rapsodie ‘Schelomo’; Uit Joods leven; Korngold: ‘Tanzlied der Pierrot’ uit Die tote Stadt; Prokofiev: Ouverture op Hebreeuwse thema’s op. 34; Anoniem: Bruiloftsdans; Alberstein: Sara zingt een lied voor kleine Isaak (bew); Anoniem: Freilechs; Sim shalom; Azoy tantzmen in Odessa. Met het Monte Carlo filharmonisch orkest o.l.v. James Judd c.q. leden van het Sirba kwartet, Philippe Berrod (kl), Léa Birnbaum (vc), Bernard Cazauran (cb). Aparté AP 142 (68’47”). 2016 

Ook op haar vorige bij Ambroise en Aparté verschenen cd’s zorgde de Frans-Zwitserse celliste Ophélie Gaillard voor interessante programmasamenstellingen als Alvorada, Pianoquintet, Madrid en Dreams. Ze zijn altijd origineel en de moeite waard.

Ditmaal is de blik op de V.S. gericht waar ettelijke, meest Joodse componisten voor langere of kortere tijd toevlucht zochten. Naast de bekende Hebreeuwse rapsodie en het gebed van Bloch horen we een filmpartituur van Korngold, de met een kletzmer klarinet uitgeruste Ouverture van Prokofiev in intieme vorm, een bruiloftsdans en een wiegeliedje uit het domein van Chava Alberstein en Giora Feidmann.

Allerlei facetten van het emigranteleven komen voorbij, vrolijke, verdrietige, meditatieve, tere, uitgelaten en steeds mooi ‘gezongen’ op Gaillards warm klinkende Gofriller. Ze wordt daarin door een divers aantal begeleiders heel degelijk, soms bevlogen gesteund.

Of alle tien stukken qua compositie in de smaak vallen hoeft geen punt te zijn. Afhankelijk van de eigen stemming van het moment kan men naar smaak een selectie maken.