Karen Geoghegan: Fantasies for bassoon. Schubert: Arpeggionesonate in a D. 821(bew.); Rachmaninov: Vocalise op. 34/14 (bew.); Schreck: Fagotsonate op. 9; Spohr: ‘Larghettto’ uit Sonate voor viool en harp in As op. 115 (bew.); Elgar; Salut d’amour op. 12 (bew.); Schumann: Fantasiestücke op. 73 nr. 1-3 (bew.). Met Philip Edward Fisher. Chandos CHAN 10703 (66’45”). 2011
Wie de moeite neemt om eens nader uit te zoeken wie zoals Sonates voor fagot en piano componeerde, komt al gauw uit bij Saint-Saëns, Röntgen en minder snel bij Gustav Schreck (1849-1918) die zijn charmante en lyrische Fagotsonate met een lichte Brahmsinvloed en een krachtige pianopartij rond 1880 schreef. Vooral de finale heeft een aardig bravoureus karakter.
Voor de rest valt de Schotse fagottiste Geoghegan terug op (mooie) bewerkingen van Schuberts Arpeggionesonate, die we haast uitsluitend kennen in arrangementen voor cello, altviool, contrabas en fluit en waaraan nu een eerste fagotversie wordt toegevoegd. Wat Schumann betreft is de overstap van klarinet naar fagot wat minder groot en de donkerder tinten die nu aan het werk worden gegeven, werken heel mooi uit.
De kortere stukken van Rachmaninov en Elgar, ook wat donker ingekleurd hier, vormen aardige intermezzi. Leuk is het om ook het bewerkte langzame deel uit de Sonate voor viool en harp van Spohr in een andere gedaante te horen. Er was best ruimte op dit plaatje voor wat meer daarvan. Het werk leent zich goed voor fagot en Karen Geoghegan toont hier net als in de overige composities een volmaakte beheersing van haar instrument waaruit de de warmste, mooiste klanken produceert.