Agata Gorska-Kolodziejska en Anna Liszewska: Vergeten Poolse vierhandige pianowerken. Szymanowska, M.: Grande valse Inn F; Chopin: Variaties  in D op een thema van Thomas Moore op. post., KK. IVa/6, B. 12a; Mikuli: Andante en variaties in e op. 15; Zarebski: Divertissement à la polonaise op. 12; Kurpinski: Kroningspolonaise in D; Paderewski: Tatra album op. 12 nr. 1-6. DUX 1433 (48’32”). 2017

Naast zijn heel omvangrijke oeuvre aan solostukken voor piano liet Chopin in 1826 alleen Introduction, thema en variaties in D voor pianoduo uit 1826, het Rondo in C op.73 uit 1828 na. Dachten we. Maar er blijkt ook nog een vierhandig Variatiewerk op een van origine Venetiaans lied dat in de Engelse vertaling Oh come to me when daylight sets van Thomas Moore uit een bundel populaire nationale melodieën te zijn. Het stuk met vijf variaties is uit 1826 en duurt hier helemaal 6’07”. Waarschijnlijk is dit de eerste opname daarvan.

Maria Szymanowska (1779-1831) moet behalve componiste van ruim honderd pianowerken, waaronder Études, Préludes, Fantasieën, Caprices en Nocturnes de eerste internationaal bekende autodidactische concertpianiste zijn geweest die tussen 1815 en 1825 succesvolle concertreizen door Europa ondernam voordat ze zich in St. Petersburg vestigde. Eerder wijdde onder anderen Carole Carniel (Ligia LIPI 0103135-04). Hier krijgen we haar Grande valse te horen.

Verder is aandacht besteed aan Karol Mikuli (1821-1897), Juliusz Zarebski  1854-1885) en Karol Kurpinski (1785-1857). 

Van het Tatra album met ‘dansen en liederen van het Poolse volk uit Zakopane’ uit ca. 1883 van Ignacy Paderewski (1860-1941) bestond wel een oorspronkelijke solo opname van Ewa Kupjec (Schwann 3-1176-2) uit 1994, maar dit arrangement voor piano vierhandig lijkt nieuw op cd.

Voor al deze onbekende, maar zeker niet oninteressante werken houdt het Poolse pianoduo een warm en overtuigend pleidooi.