Joanna Goldstein: Nasty women. Price: Fantaisie nègre; Peterson: Staccata polka; Howe: Berceuse; Ware: The white moth; Roper: In Venezia; Niebergall: Hoosier rag; Aufderheide: Dusty rag; Branscombe: The squirrel’s party; Raiston: Little waltzes nr. 1-3; Hier: Pavillon nocturne; Dragon-flies op.10; Beach: Hermit Truth at morn op. 92/2; Suesse: Afternoon of a black faun; Cole: Purple shadows; Above the clouds; Metropolitones; Zucca: Prelude; Étude d’hommage. Centaur CRC 3631 (79’30”). 2017
Aan de hand van drieëntwintig brokjes muziek - het langste duurt 9’25”, het kortste 1’07” - geeft de Amerikaanse pianiste Joanna Goldstein een overzicht van pianocomposities van de door haar als ’nasty women’ bestempelde laat negentiende- en begin twintigste eeuwse, uit de Angelsaksische wereld komende componistes die als muzikale suffragettes een plaatsje op het muziekpodium wilden veroveren. Ze kwamen samen en traden op bij een Music Conference in Washington in 1925. Het bekendst van hen is Amy Beach.
Verder stelt ze Virginia Roper, Florence Price, Clara Gottschalk-Peterson, Mary Howe, Harriet Ware, Julia Niebergall, May Aufderheide en Gena Branscombe voor en schenkt ze iets meer aandacht aan Frances Marion Raliston, Ethel Glenn Hier, Ulric Cole en Mana-Zucca (Gisella Zuckerman).
Mensen die afgezien van Beach in Europa onbekend waren en die intussen ook elders weer zijn vergeten.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat het best de moeite is om eens naar hen te luisteren. Wat dat betreft verricht Goldstein een nuttige, vooral documentaire daad.
Het meeste indruk maakte Afternoon of a black faun (met een ironische blik op Debussy) van Dana Suesse uit 1938 op me. De rest van de werken wordt gevoelig, maar soms wat te sentimenteel gespeeld. Met uitzondering van de beide rags natuurlijk.