CD Verzamelprogramma's

GENS, VÉRONIQUE: VISIONS

Véronique Gens: Visions. Bruneau: ‘Geneviève’; Franck: ‘Mater dolorosa’ uit Les béatitudes; Niedermayer: ‘Ah! Quel songe affreux… Quand celui que j’adore’ uit Stradella; Godard: ‘Là-bas, vers le palais.. Au plus profound de mon âme’ uit Les Guelfes; David: ‘Sous le feuillage sombre’ uit Lalla-Roukh; Février: ‘Dit-elle vrai’ uit Gismonde; Saint-Saëns: ‘O beaux rêves évanouis!’ uit Étienne Marcel; Massenet: ‘Le dernier sommeil de la Vierge’, ’Rêve infini!’ uit La vierge; Halévy: ‘Ce sentier nous conduit vers le couvent voiin… je vais au cloître solitaire’ uit La magicienne; Bizet: ‘Prière en ô doux souffle de l’ange!’ uit cantate Clovis et Clotilde; Franck: ‘Le flot se lève’ uit Rédemption. Met het Münchens omroeporkest o.l.v. Hervé Niquet. Alpha ALPHA 279 (55’43”). 2017 

Cornélie Falcon (1814 - 1897) was de naam van een Franse dramatische sopraan die in heel wat premières van Franse opera’s zong en met het geprononceerde lage register van het haar en het goed belastbare hoge naam gaf aan de ‘Falcon sopraan’. Haar huidige landgenote Véronique Gens lijkt nu in haar positie te treden met dit interessante recital van minder bekende aria’s.  

Luister om te beginnen naar ‘Ah! Quel songe affreux… Quand celui que j’adore’ uit Stradella van de Zwitser Louis Niedermeyer om te horen hoe dicht hallucinatie en waanzin voor Léonor bij elkaar liggen. Hij is de enige buitenlander in het programma met Franse bijdragen. Die zijn deels van bekende componisten als Franck, Massenet, Bizet en Saint-Saëns, maar dan wel bij voorkeur uit minder bekende composities van hen, naast geheel onbekend repertoire van Alfred Bruneau, Benjamin Godard, Henry Février, Fromental Halévy en Félicien David.

 

Gemeen hebben al deze aria’s sterke blijken van emotionaliteit en die weet de zangeres prachtig in een mix van volkomen overgave en waardige terughoudendheid over te brengen zodat de noblesse van dergelijke uitingen daaronder niet lijdt. Bovendien is Gens’ voordracht heel helder en wordt geen verschil gemaakt tussen de herkomst van het materiaal uit oratorium, cantate of opera. Lyrische schoonheid is steeds troef en het is knap hoe de door haar gezongen muziek zo goed zonder interventie voor zichzelf spreekt.