Kirstin Gramlich: Phantasie, Frei. Reger: ‘Te Deum’ op. 59/12; ‘Toccata’ in d op. 59/5, ‘Fuga’ in F op.59/6; Karg-Elert: ’Harmonies du soir’ op.72/1; ‘Clair de lune’o p. 72/2; Mendelssohn: Preludium en fuga in G op. 37/2; Hindemith: Orgelsonate nr. 1; Brahms: ‘Herzlich tut mich erfreuen’ op. 122/4; ’Schmücke dich, o liebe Seele’ op. 122/5, ‘Herzlich tut mich verlangen’ op.122/10. Diamond Line 142020 (59’32”). 2019

 

De Duitse organiste Kirstin Gramlich voltooide haar muziekopleiding aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Jos van der Kooy en werd in september 2013 benoemd tot cantor-organist van de Grote of Lebuïnuskerk in Deventer, waar ze speelt op het in 2018 geheel gerestaureerde Holtgräveorgel en artistiek leider van de Lebuïnescantorij en oprichtster van het Uriëlconsort werd.

Bij de ingebruikname van het gerestaureerde Johann-Heinrich Holtgräve orgel (1839) waarvan de oudste pijpen dateren uit 1665 van Bader en 1722  van Schnitger uit de Lebuïnuskerk in Deventer speelde Kirsten Gramlich 26 september 2019 orgelwerken uit de periode 1837 tot 1937 en zeg t daar zelf over: “Ik vind de muziek uit deze periode uiterst boeiend, omdat deze zich los maakt uit de traditionele patronen” vertelt Kirstin. “Componisten als Mendelssohn, Reger en Hindemith zetten de toon voor een nieuwe klankwereld.” Inderdaad blijkt dit orgel heel geschikt voor deze werken.

Ze gaf haar recital de titel Phantasie, Frei (het tweede en langzame deel) van de Sonate nr. 1 van Hindemith uit 1937 ontleend motto mee. De mengklank geeft een bijzonder cachet aan de met duidelijk overleg gekozen composities.

Voor mij waren de verzoende late orgelwerken van Brahms het hoogtepunt uit dit fraai, niet opdringerig maar fraai afgewogen optreden.