Quentin Guérillo: L’orgue chambriste: Du salon à la salle de concert. Fauré: Romance voor cello en piano in A op. 69 (bew.); Widor: ‘Andante sostenuto’ uit Orgelsymfonie nr. 9 in c op. 70 (bew.); Dupré: Sonate voor cello en orgel in a op. 60; Roth: Fantasie voor fluit en orgel ‘Ain Karim’; Falcinelli: Kénose op. 68; Guillou: Intermezzo voor fluit en orgel; Campo: Les rouages du temps. Met Thibaut Reznicek (vc) en Khrystyna Sarksyan (fl). Initiale INL 07 (65’17”). 2019
De in 1993 in Mulhouse geboren organist Quentin Guérillo kwam op de aardige gedachte om een aantal werken voor zijn machtige Cavaillé Coll instrument in een van fantasie en originaliteit blijk gevend programma af te wisselen met composities van een wat kamermuzikaler karakter. Daarin passen de bewerking van Fauré’s Romance, de Sonate van Macel Dupré, de Fantasie van collega organist/componist Daniel Roth (1942), een collega organist/componist uit Mulhouse, Kénose van Rolande Falcinelli (1920 - 2006) en Les rouages du temps van Régis Campo (1968) heel goed.
Kort samengevat: met cellist Thibaut Reznicek en fluitiste Khrystyna Sarksyan ontstond zo een misschien niet al te voor de hand liggend, maar wel een gevarieerd en mooi programma dat tijdens het Festival d’orgue Roquevare werd opgenomen en een paar aardige verrassingen te bieden heeft.