CD Verzamelprogramma's

GUAY, CLAIRE-MARIE LE: PIANOSONATES VAN DUTILLEUX, BARTÓK, CARTER

Claire-Marie le Guay: Dutilleux: Pianosonate; Bartók: Pianosonate Sz. 80, BB. 88; Carter: Pianosonate. Accord 481.7838 (62’23”). 2017
 
Sinds haar eerste opname van de Études d’exécution transcendente van Liszt uit 1994 (Accord) als ‘magistrale prestatie’ heeft de Franse pianiste Claire-Marie le Guay zich op cd goed te volgen ontwikkeld als een veelzijdig en tot grote prestaties instaat zijnde pianiste met een breed repertoire van Haydn tot modernen als Beffa, Bruno Mantovanni, Connesson en Goebaidulina.
Geleidelijk aan is ze zich meer en meer gaan toeleggen op eigentijdse muziek en deze cd is daar een goed voorbeeld van. 
Ze verenigt eigenlijk heel logisch de enige Pianosonates van Dutilleux (1948), Bartók (1926) en Carter (1946). Dutilleux beschouwde zijn Pianosonate als zijn eerste belangrijke solowerk en kende er het opusnummer 1 aan toe. Hij schreef het heel ambitieuze werk voor zijn destijds jonge vrouw Geneviève Joy die het in 1988 opnam. Het gaat om een grootse, aantrekkelijke compositie en begint met een Ravelliaanse blues voordat het werk dramatisch en dissonant wordt. Le Guay blinkt uit in de romantische ex expressionistische elementen. Als contrast klinkt het tweede deel, ‘Lied’, verdroomd. Het derde deel is een thema met variaties, dat ze speelt alsof het van Prokofiev is.
1926 was Bartóks ‘pianojaar’. Zijn Pianosonate begint met een rusteloos deel dat wordt gevogd door een treurig lang langzaam deel als echo op Ravels ‘Le gibet’. De finale is daarna weer briljant en vol bravura.
De Pianosonate behoort tot Carters vroege meesterwerken. Het is een tweedelig werk dat werd geïnspireerd door Ives, invloeden van Copland toont, maar een heel eigen vocabulaire heeft. Het is wel een ‘moderne Scarlatti’ genoemd. De interpretatie van Le Guay is een feest van kleuren, timbres en contrasten.