Karen Geoghegan. Berwald; Concertstuk; Elgar: Romance op. 62; Gershwin: Uit Porgy and Bess ‘Summertime’; Hummel: Fagotconcert in F, W. 23; Jacobi: Inleiding en polonaise op. 9; Weber: Andante en rondo ungarese in c op. 35, J 158/79. Met het Orkest van de Opera Noord o.l.v. Benjamin Wallfisch. Chandos CHAN 10477 (63'31"). 2008
Als enige in de houtblazerfamilie treft de fagot het treurige lot dat we weinig solistische aandacht naar het instrument is uitgegaan door de jaren heen. Om het toch solistisch onder de aandacht te brengen, moet iets verrassends, iets spectaculairs gebeuren. Al het dan nog een 19-jarig meiske dat aan de Londense Royal academy of Music studeert is dat plots in een BBC tv programma op briljante wijze opvalt, kan de muziekindustrie er vlot bij zijn. Dat gunstige lot trof Karen Geoghegan.
Ze kon zo profiteren van haar innemende verschijning met zo’n voor velen toch best apart instrument, greep haar kans en imponeert gelukkig ook met in alle opzichten geweldige vertolkingen van het gekozen repertoire. Toetsstenen vormen met name de werken van Hummel en Weber die ik zelden, eigenlijk nooit zo gaaf hoorde.Voor fagottisten is dit repertoire waarschijnlijk gesneden koek, dagelijkse routine, maar ook zij zullen aangenaam verrast blijken te zijn. Voor ‘gewone’ muziekliefhebbers is dit de ideale gelegenheid om eens uitvoeriger naar de Assepoester in onder de houtblazers in supervorm te luisteren.