Gruppo Montebello o.l.v. Henk Guittart. Bruckner: Symfonie nr. 7 in E WAB. 107 (bew. Schönberg/Eisler/Stein/Guittart); Debussy: Prélude à l’après midi d’un faune (bew. Sachs/Guittart); Busoni: Berceuse élégiaque op. 42 K. 252a (bew. Stein/Guittart). Et’cetera KTC 1483 (77’45”). 2011
Veelbelovend staat op het cd omslag “Verein für musikalische Privataufführungen 1” zodat we hopelijk volledige vervolguitgaven krijgen met de andere orkestwerken van Mahler, R. Strauss, Reger, Satie, Stravinsky, Korngold. Joh. Strauss jr. en Webern e.a. die het collectief Arnold Schönberg, Erwin Stein, Karl Rankl en Hanns Eisler voor kamermuzikaal gebruik in de zuinige jaren 1918-1921 geschikt maakten voor een ensemble van wat strijkers, blazers, harmonium en piano. In totaal moeten dat er 154 zijn, zodat nog even te gaan is.
Met zijn ruim 59 minuten uitvoeringsduur is Bruckner VII het zwaarst en langst maar het verrassende is. Voor wie Bruckner nog ervaart als een zwaar brok graniet valt hier veel te genieten. Het wat grandioze maakt plaats voor iets compacters, maar vorm, structuur en eigenlijk ook het karakter blijven bewaard. Die structuur wordt zelfs veel duidelijker, zeker ook in deze gedegen, heldere verklanking. Ook het nieuwe aanschijn van Busoni en Debussy bevalt goed, zij het dat daar de impact wat geringer is.
Van deze Bruckner verkleining bestonden al opnamen van het Linos Ensemble (Capriccio 10.864), het Thomas Christian ensemble (MDG MDG 603-1313-2) en in andere verder beperkte vorm van organist Ernst-Erich Stender (Ornament 11455).
De Berceuse van Busoni komen we behalve in de bewerking van Erwin Stein door Piovani (Eloquentia EL 1233), ook een bewerking van John Adams (Adams Nonesuch 7559-79359-2, Alsop Naxos 8.559031), Ex Novo ensemble AS Disc AS 5002), het Arditti kwartet + (Montaigne MO 789011), Walter Herrmann c.s. (Schwann 3-1191-2), Diabolicus (Ambroisie AM 137), Camerata de Versailles (AMG AV CD 6110) en Reinbert de Leeuws Collectief (Zig-Zag Territoires ZZT 345) tegen.
En de Faun van Debussy dienen Raffi Armenian (CBC SMCD 5164), maar meer nog in andere bewerkingen voor harmonie orkest, vier harpen, viool/fluit/klarinet, twee piano’s zich aan.
Wie echt in deze materie is geïnteresseerd, staat veel interessant vergelijkingsmateriaal ter beschikking.
Aanbevolen literatuur: W. Szmolyan: Schönbergs Wiener Verein für musikalische Privataufführungen (Universal Wenen, 1974).