La Fonte Musica o.l.v. Michele Pasotti: Le ray au soleyl. Musica alla corte Pavese dei Visconti (1360-1410). Perugia: La fiera testa; Ne me chaut; Caserta: En attendant souffrir; Più chiar ch’el sol; Dei glorioso titolo d’esto duce; Padova: Alba columba; Anoniem: Isabella; Più chiar ch’ei sol; Di vertù vidi; Firenze: Sofrir m’estuet et plus non puys durer; Ciconia: Le ray au soleil; Sus une fontayne en remirant; Una panthera in compagnis di Marne; Janua: Ma douce amour; Hasprois: Puisque je suis fumeux; Senleches: La harpe de melodie. ORF CD 3124 (74’49”). 2011
La Fonte Musica o.l.v. Michele Pasotti: Metamorfosi trecento. Francesco Landini da Firenze: Si dolce non sono chol lir’ Orfeo; Paolo da Firenze: Non piu infelice; Jacopo da Bologna: Fenice fu; Anoniem: Tre fontane; Philippe de Vitry: In nova fert, Harrit gallus, Neuma; Machaut: Phyton, le merveilleus serpent; Solage: Calextone; Antonio ‘Zacara’ da Teramo: Le suy navrés – Gnaff’a le guagnele Antonio; Caserta: Par le grant senz d’Adriane; Maestro Piero: Si com’al canto della bella yguana; Perugia: Qual perseguita dal suo servo Danne; Bartolino da Padova: Strince la man; Jacopo da Bologna: Non al su’amante più Diana piacque; Si chome al chanto della bella yguana; Matteo da Perugia: Già da rete d’amor. Alpha AJ 0286 (63’39”).2016
Dit tweetal cd’s brengt me terug in de wereld van mijn hooggewaardeerde collega Hélène Nolthenius (1920-2000) en haar specialisatie op de Italiaanse muziekwereld in de Renaissace, neergelegd in boeken als Renaissance in mei: Florentijns leven rond Francesco Landini (1956). Dat wekte belangstelling voor deze Francesco Landini (ca. 1325 in Fiesoloegeboren en 1397 in Florence gestorven). Al op jonge leeftijd blind geworden, werd hij bekend als organist van de San Marco in Florence. Van hem als belangrijke figuur in de Florentijnse Ars Nova (of Trecento kunst) zijn als componist enige honderden madrigalen, ballades en canzones bewaard gebleven en hij vormt een kern waaromheen dit tweetal programma’s met veertiende eeuwse muziek is gebouwd.
Deze complexe muziek stond ver af van het gewone volk en werd alleen door kundigen aan hoven, in kerken en geleerde kringen uitgevoerd, hoewel het gekozen repertoire allerminst volkse uitingen vermijdt. Juist door die uitersten fascineert het geheel.
La fonte musica is een elfkoppig Italiaans ensemble, geformeerd uit luit, fluit, harp, 2 sopranen, tenor, viola da braccio, viola da gamba, trompet/trombone, klavecimbel/orgel. Het legt zich zoals hieruit blijkt met oud instrumentarium en aandacht voor de retoriek toe op de vertolking van muziek uit de late Middeleeuwen en de vroege Renaissance tot het begin van het Humanisme (grofweg van 1320-1440). Met vertolkingen of zeer geacheveerd, hoog niveau is hier gezorgd voor een nieuwe nuttige bijdage aan dit bijzondere genre.