Maria Fiselier: To go into the unknown: Songs of Gurney, Howells and Britten. Gurney: ‘In Flanders’; ‘Even such is time’; ‘By a bierside’; ‘Most holy night’; ‘Sleep’ uit Elizabethan songs; ‘Lights out’; ‘On the downs’; ‘Severn meadows’; ‘Desire in spring’; ‘The fiddler of Dooney’; Howells: ‘Come sing and dance’; ‘The widow bird’; ‘A madrigal’; ‘There was a maiden’; ‘King David’; Britten: ‘The trees they grow so high’ uit Folksong arrangements of the British isles I; ‘How sweet the answer’ en ‘Avenging and bright’ uit Folksong arrangements of the British isles IV; ‘There’s none to soothe’ en ‘The plough boy’ uit Folksong arrangements of the British isles III; ‘Tell me the truth’, ‘Funeral blues’, ‘Johnny’ en ‘Calypso’ uit Cabaret songs. Maria Fiselier (ms) en Peter Nilsson (p). 7 Mountain 7MNTN 002 (72’02”). 2014
Heel ondernemend en slim van een Nederlandse zangeres als Maria Fiselier om zich voor haar cd debuut niet te richten op Duitstalige Lieder of Franstalige mélodies, maar op Engelse Songs uit de eerste helft van de twintigste eeuw die hier nauwelijks bekend zijn.
Neem Ivor Gurney (1890-1937), die bij Stanford en Vaughan Williams compositielessen nam, gedurende de eerste Wereldoorlog in de loopgraven leefde, daar logisch ongezond werd en tenslotte een totale mentale ineenstorting beleefde. Maar gedurende zijn korte creatieve leven schreef hij ruim driehonderd liederen. De mooiste daarvan behoren tot het beste uit de Engelse liedcultuur; met hun overheersend smartelijke karakter herinneren deze aan Dowland.
De vlak voor W.O. I geschreven Elizabethan songs hebben al wat melancholieks; ‘In Flanders’ zit vol verlangen naar de heuvels bij Severn en het latere ‘By a bierside’ is al veel emotioneler.
Maria Fiselier vormt de fraaie melodielijnen op heel gevoelige wijze en haar gebruik van vocale kleuren verduidelijkt de teksten. Goed dat ze spaarzaam omgaat met het uiten van gevoelens.
Wie meer, weliswaar deels overlappend liedmateriaal van Gurney wil horen, kan terecht bij Paul Agnew en Julius Drake (Hyperion CDA 67243).
Een andere wereld opent Herbert Howells (1892-1983) wiens vocale werken meest voor de kerk bestemd zijn. Voor zijn liederen had hij eerder de salon in gedachten en hij putte het liefst uit teksten van De la Mare. Het loont de moeite nader kennis te maken met deze intieme kant van de componist. Ook hier treft Maria Fiselier de aard en de sfeer heel treffend en kan zij het goed opnemen tegen John Mark Ainsley, Catherine Pierard, Lynne Dawson en Julius Drake op Chandos CHAN 9185/6.
Vertrouwder zijn de liederen van Britten en het valt niet te ontkennen dat we hier de zangeres op haar best horen. Waarschijnlijk ligt dit materiaal haar het beste. Zo worden de vier Cabaret songs en daarvan vooral ‘Funeral blues’ aan het slot van het recital een waar hoogtepunt. Hier kan zij zich meten met mezzo collega’s als Della Jones (Naxos 8.557204) en Ann Murray (Avie AV 2077).
Peter Nilsson toont zich een goed ondersteunende en inlevende begeleider.