Fischer, Julia: Poème. Respighi: Poema autunnale; Suk: Fantasie in d op. 24; Chausson: Poème op. 25; Vaughan Williams: The lark ascending. Met het Monte Carlo filharmonisch orkest o.l.v. Yakov Kreizberg. Decca 478.2684 (69’59”). 2010
Nadat ze de belangrijkste concertante vioolliteratuur heft opgenomen, wijdt Julia Fischer zich hier aan vier onconventionele, post-romantische werken voor viool en orkest met het karakter van een symfonisch gedicht. Het onderlinge contrast is gelukkig best groot.
Het stuk van Respighi sterft bijna in weelderige schoonheid, is melancholiek en nostalgiek, maar bezit op de achtergrond ook iets dat morbide aandoet. Het werk van Josef Suk is een extroverte en virtuoze ballade met een stormachtig, begoochelend karakter. Chausson klinkt heel sensueel en gepassioneerd hoewel het Poème dat zijn titel aan deze cd gaf vrij ingetogen wordt uitgevoerd.
Het blijk van nostalgie dat The lark ascending van Vaughan Williams zo bepaalt, komt ook mooi uit de verf. Fischer was onbekend met het werk, vandaar misschien dat de laatste, onbegeleide variatie wat te aarzelend klinkt. Maar dat is dan ook het enige dat op haar verder voorbeeldige vertolkingen aan te merken valt. De muziek klinkt verder als geheel doorleefd en subtiel en de samenwerking met Yakov Kreizberg, met wie ze in Amsterdam ook de Mozartconcerten opnam, is optimaal, kleurig van lijn en volmaakt gekarakteriseerd. Alles in goed mee ademende tempi.
Tot slot is het misschien nuttig om nog even het gedicht van George Meredith waarop het werk van Vaughan Williams is gebaseerd, af te drukken. De compositie is bekend, de achtergrond nauwelijks.
Wherefore their soul in me, or mine,
Through self-forgetfulness divine,
In them, that song aloft maintains,
To fill the sky and thrill the plains
With showerings drawn from human stores,
As he to silence nearer soars,
Extends the world at wings and dome,
More spacious making more our home,
Till lost on his aërial rings
In light, and then the fancy sings.