Julia Fischer & Daniel Müller-Schott: Duo sessions. Kodály: Duo voor viool en cello op. 7; Schulhoff: Duo voor viool en cello; Ravel: Sonate voor viool en cello; Halvorsen: Passacaglia in g  op.  20/2 naar passacaglia uit Klavecimbelsuite nr. 7 in g HWV. 432 van Händel (bew.). Orfeo C 902.161 A (64’42”). 2014

Instrumentale duo’s voor gelijksoortige instrumenten zijn er te over, maar werken voor de combinatie viool en cello zijn schaarser. Op de Händelbewerking van Halvorsen uit 1894 na, ontstonden de hier verder opgenomen werken curieus genoeg alle in een vrij kort tijdsbestek na elkaar: dat van Kodály met daarin verwerkte volksmuziek invloeden in 1914, dat van de experimenteler, ook in jazz geïnteresseerde  Schulhoff in 1925 en dat van de elegante, typisch Franse Ravel in 1922. De Passacaglia van Halvorsen is eigenlijk voor viool en altviool maar spreekt misschien nog contrastrijker door de sopraan (viool) en de tenor (cello) samen te laten spelen. 

Dat nationale karakter komt ook mooi naar voren in de vertolkingen van Fischer en Müller-Schott, die eerder samen dubbelden in Brahms Dubbelconcert (Pentatone PTC 5186-066) en sindsdien vaker samen optreden. Een hecht koppel vormen ze en ze laten deze werken fraai opbloeien.