Ferenc Fricsay: The Mozart radio broadcasts. Symfonieën nr. 1 in Es KV 16, 4 in D KV. 19, 5 in Bes KV. 22, 6 in F KV. 43, 7 in D KV. 45, 8 in D KV 48, 9 in C KV 73, 23 in D KV. 181, 27 in G KV. 199; Fagotconcert in Bes KV. 191; Concertante symfonie in Es KV. 297b; Cassation in G KV. 63; Serenade voor blazers in Es KV. 375; Ein musikaischer Spaß in F KV. 522; Serenata notturna in D KV. 239; Divertimenti in F KV. 247, in D KV. 334 (320b); ’Sull’aria…ricevete’ uit Le nozze di Figaro KV. 492; ‘In quali eccessi… mi tradi quell’alma ingrata’ uit Don Giovanni KV 527. Hermann Töttcher (h), Heinrich Geuser (kl), Johannes Zuther (fag), Kurt Blank (hrn), Suzanne Danco (s), Rita Streich (s) met het RIAS symfonie orkest. DG 479.8275 (4 cd’s, 5u. 02’38”). 1951/4
De Hongaarse, meest in Duitsland als chef van het Berlijnse RIAS symfonie orkest werkzame Ferenc Fricsay (1914-1963) was een vrijwel exclusief voor het door hem in 1946 gevormde RIAS Symfonie orkest van de Duitse omroep in de Amerikaanse sector en DG actieve dirigent. Van hem was in 1993 het album A portrait met werken van 14 componisten verschenen (DG 445.400-2) en 2003 al het album A life in music (DG 474.383-2) met orkestwerken van 26 componisten gewijd.
Ook EMI eerde de meester in de serie Great conductors of the 20th century (EMI 575.109-2, 2 cd’s). Zijn eerste grote succes beleefde Fricsay toen hij in 1947 voor Klemperer inviel bij de première van Von Einems opera Danton’s Tod in Salzburg. Andere successen boekte hij met de wereldpremière van Orffs Antigonae en Martins Le vin herbé. In 1961 dirigeerde hij zijn laatste openbare concert. De kanker waaraan hij leed was toen al ver voortgeschreden. In 1963 overleed hij in een ziekenhuis in Bazel, pas 48 jaar oud.
Tot de bijzondere opnamen die hij naliet behoren repetitie en uitvoering van Smetana’s De Moldau met het orkest van de Zuid-Duitse omroep (Kultur video dvd).
Wanneer een dirigent zo nadrukkelijk is verbonden met de omroep, is het logisch dat heel wat van zijn werk daar in de archieven is opgeslagen zonder dat het ooit op handelsplaten verscheen. Dat is het geval met deze Mozart recordings die vooral daarom zo interessant zijn omdat het meest om vroege werken gaat. Natuurlijk ontstond dit moois in de jaren voordat het streven naar uitvoeringen met oude instrumenten op gang kwam en klinkt alles in mono, maar desondanks horen we een niet overdreven zwaar bezette, fijnzinnige reeks redelijk slanke en heldere verklankingen van de bijzondere ‘master of the baton’ met een uitgesproken gevoel voor ritme die ik helaas nooit in net echt heb gehoord, maar van wie ik wel een groot bewonderaar ben.